Vendredi le 3 novembre (H3d-s44)

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Le mois de novembre est arrivé!

Bonjour!

On va...

- huiswerk bespreken

- uitleg & oefenen met ww écrire

- apprendre 4 (FR-NL)

Aujourd'hui, qu'est-ce qu'on va faire?

Huiswerk gemaakt?

nakijken LIRE Exercice 6 p. p.101-102

Apprendre 3 le verbe écrire p. 127

Het werkwoord écrire betekent...

1. lezen
2. schrijven
3. luisteren
4. vragen

Apprendre 3 le verbe écrire 

Het is de bedoeling dat je het werkwoord écrire in 4 verschillende tijden kunt vervoegen:

• présent (tegenwoordige tijd, ik schrijf)
• passé composé (voltooide tijd, ik heb geschreven)
• imparfait (verleden tijd, ik schreef)
• futur (toekomende tijd, ik zal schrijven)

Apprendre 3 le verbe écrire 

Tip voor de toetsweek:

• de présent en de passé composé leer je uit je hoofd
• ezelsbrug imparfait: nous-vorm présent, -ons eraf halen, uitgangen toevoegen (-ais, -ais, -ait, -ions, -iez, -aient)
• ezelsbrug futur: hele werkwoord, -e eraf halen, uitgangen toevoegen (-ai, -as, -a, -ons, -ez, -ont)

Kies de juiste vorm.
___ un mail à ta mère? (schrijf jij)

1. Tu écris
2. Tu écrit

Kies de juiste vorm.
___ un très bon livre. (jullie schreven)

1. Vous écrivions
2. Vous écrirez
3. Vous écriviez
4. Vous avez écrit

Kies de juiste vorm.
___ une carte postale. (ik heb geschreven)

1. Je suis écrit
2. J'ai écrit
3. Je suis écris
4. J'écrivais

Kies de juiste vorm.
___ beaucoup des mails. (zij zullen schrijven)

1. Ils écrivent
2. Ils écriront
3. Ils écrirent
4. Ils vont écrire

Vul nu zelf in (hulp p. 127).
___ une réponse très vite. (wij zullen schrijven)

Vul nu zelf in (hulp p. 127).
___ son nom. (zij schrijft)

Vul nu zelf in (hulp p. 127).
___ les phrases au tableau. (zij (vmv) schrijven)

Vul nu zelf in (hulp p. 127).
___ une lettre à mon amie. (ik heb geschreven)

Maintenant: maken grammaire I exercices 8A-B-C p.104-105

Les devoirs

Faire (maken)	- grammaire I exercices 8A-B-C p.104-105
Apprendre (leren)	- apprendre 4 FR-NL p.127
Amener (meenemen)	- oortjes!!