h2 3.3

 3.3 Het Hart
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

 3.3 Het Hart

Slide 1 - Slide

De kleine bloedsomloop is de bloedsomloop die verloopt
over de longen
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

Aders hebben aderkleppen.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

De bloedsomloop bij de mens is een dubbele bloedsomloop. Waarom noemen we het een 'dubbele bloedsomloop'
?
A
Tijdens één complete rondgang door het lichaam stroomt het bloed twee keer door het hart.
B
Tijdens één complete rondgang door het lichaam stroomt het bloed twee keer langs de longen.

Slide 4 - Quiz

De wand van een slagader is ...
De bloeddruk in een slagader is ...
A
Dik en Hoog
B
Dik en Laag
C
Dun en Hoog
D
Dun en Laag

Slide 5 - Quiz

lesdoelen
 Je kunt de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
Je kunt beschrijven hoe een hartslag verloopt.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Bouw van het hart

Slide 8 - Slide

Bouw van het hart

Slide 9 - Slide

Bloedstroom

Slide 10 - Slide

Hartkleppen
Boezem en kamer gescheiden door hartkleppen.

halvemaanvormige kleppen, verhinderen bloedstroming terug naar hart.


Slide 11 - Slide

Werking van de hartkleppen
Hartkleppen
Halve maanvormige kleppen

Slide 12 - Slide

Werking van het hart
De 3 fasen van een hartslag

Slide 13 - Slide

Werking van het hart:
3 fasen van het hart

Slide 14 - Slide

Welk onderdeel van het hart pompt het bloed naar de organen
A
Rechter Boezem
B
Linker Kamer
C
Rechter Kamer
D
Rechter Boezem

Slide 15 - Quiz

Hart-longen-hart hoort bij?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
C
Geen van beiden

Slide 16 - Quiz

Bij de werking van het hart zijn drie fasen te onderscheiden.

Tijdens welke fase worden de halvemaanvormige kleppen (= slagaderkleppen) geopend?

A
Tijdens de hartpauze
B
Tijdens het samentrekken van de kamers
C
Tijdens het samentrekken van de boezems

Slide 17 - Quiz

Welk onderdeel van het hart wordt aangegeven met nummer 4?
A
Longader
B
Longslagader
C
Voorste holle ader
D
Aorta

Slide 18 - Quiz

Welk onderdeel van het hart wordt aangegeven met nummer 10?
A
Linker boezem
B
Linker kamer
C
Rechter boezem
D
Rechter kamer

Slide 19 - Quiz

Een rode bloedcel stroomt door de aorta. In welk onderdeel van het hart komt de rode bloedcel als eerste terecht?
A
Linker helft
B
Rechter helft
C
Linker klep
D
Rechter klep

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Video

Aan de slag met 3.3
Lees eerst de lesstof!
maak daarna opdracht  1,2,3,6,8,9

Slide 22 - Slide