Thema 3 Blok 2 Romeinen laatste les voor de toets

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Blok 2. Romeinen

            Laatste les voor de toets

Start

Lesdoel: Herhalen en oefenen blok 2 - Romeinen

Wat gaan we behandelen?

-Kennen en kunnen

-Begrippen

-Zelftoets

Herhaling:

Waarom hebben mensen nu meer vrije tijd dan vroeger?

Kennen en kunnen

Als je klaar bent met dit blok, kun je:

-de belangrijkste steden, wateren en grenzen van het Romeinse Rijk aanwijzen op een kaart.

-beschrijven wie de baas waren in het Romeinse Rijk.

-beschrijven hoe het Romeinse Rijk groter werd.

-uitleggen hoe de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa kon verspreiden.

-beschrijven waarom het jodendom en het christendom anders waren dan de godsdiensten die al bestonden.

-het verschil uitleggen tussen natuurlijke en kunstmatige grenzen en hiervan voorbeelden geven.

-voorbeelden geven van cultuurverspreiding in onze tijd.

Begrippen

Welk begrip past bij deze afbeelding?

Kunstmatige grens: 

Grens die door mensen is getrokken. Tussen Engeland en Schotland trokken de Romeinen een kunstmatige grens: ze bouwden er een muur

Welk begrip past bij deze afbeelding?

de romanisering

Vreemde volken in het Romeinse Rijk namen de cultuur van de Romeinen over. De romanisering in Gallië begon toen de Romeinen het land veroverden. De Galliërs namen steeds meer Romeinse gebruiken over.

de staatsgodsdienst

De officiële godsdienst van een land. In Engeland is de anglicaanse kerk de staatsgodsdienst. De koning of de koningin is het hoofd van de kerk.

In de derde eeuw na christus veranderde het geloof van het Romeinse rijk. Hoe noem je het geloof van een staat?

Welk begrip past bij deze afbeelding?

de natuurlijke grens

Grens die is ontstaan door een natuurlijke hindernis, zoals een rivier of gebergte. De noordgrens van het Romeinse Rijk was een natuurlijke grens: de rivier de Rijn.

Zelftoets - Romeinen 

• Vul de antwoorden alleen voor jezelf in
• We bespreken het pas als we klaar zijn met de vragen.
• Hierna nabespreken

1. Wat hoort bij elkaar?

1. Consul                                                                      A. Julius Caesar
2. Senator                                                                    B. Augustus
3. Generaal                                                                  C. rijke burgers
4. Keizer                                                                        D. gekozen leider

2. Welke persoon heeft alle macht?

• Consul
  
• Dictator
  
• Koning Willem-Alexander
  
• Minister-president
  
• Senator

4. Is het een natuurlijke of kunstmatige grens?

1 Middellandse Zee

2 Muur van Hadrianus

3 De Donau

4 Grens tussen Nederland en Duitsland

5 Tuinhek

6 Veluwemeer

5. Wat is romanisering?

• Ergens een boek over schrijven.
  
• Het overnemen van de Romeinse cultuur.
  
• Iets heel gevoelig en lief doen.

6. Klopt de zin?

Goed  of Fout

1.  De Romeinen geloofden in één god.
2.  De joden geloofden in één god.
3. De christenen geloofden in één god.
4. In het Romeinse Rijk mocht je alleen Romeinse goden vereren.
5. Het jodendom werd in 394 de staatsgodsdienst.

Hoe noem je een land zonder koning. Kies het juiste antwoord.

1. Republiek
2. Koninkrijk
3. Keizerijk
4. democratie

Kies de juiste bestuursvormen van het oude Romeinse rijk.

1. Republiek
2. Koninkrijk
3. Keizerijk
4. democratie

Het Romeinse rijk is op veel verschillende manieren bestuurd. Leg uit hoe het rijk werd bestuurd nadat de laatste keizer (Superbus) werd verjaagd door het volk.

Hieronder staan twee zinnen over Julius Caesar:

I. Julius Caesar riep zichzelf uit tot dictator.

II. Julius Caesar was gekozen door de senatoren als nieuwe keizer.

III. Julius Caesar was populair onder het volk.

1. Bewering I, II, III zijn juist.
2. Alleen bewering II en III zijn juist.
3. Alleen bewering I en III zijn juist.
4. Alle beweringen zijn onjuist.

Dictators zijn van alle tijden. Leg uit met twee voorbeelden wat hiermee wordt bedoelt. Gebruik hierbij één voorbeeld uit het Romeinse rijk en één voorbeeld uit een andere tijd.

Na de laatste wrede koning (Superbus) verandert het rijk van bestuursvorm. Leg uit waarom de macht hierna niet meer bij één persoon kwam te liggen.

Welk gebouw laat de afbeelding ons zien?

Bekijk nog een keer de afbeelding. Wat is de functie van dit gebouw? Geef hiervan ook een voorbeeld.

Welke bouwstijl, die typisch Romeins is, laat de afbeelding ons zien?

1. Cement/ beton techniek.
2. Wegen.
3. Pilaren.
4. Bogen.

Archeologen vinden in het noorden van Nederland veel resten uit de Romeinse tijd, bijvoorbeeld munten.

Waarom zijn er in het zuiden van Nederland meer Romeinse munten gevonden dan in het noorden van Nederland?

1. Omdat er in het zuiden van Nederland geen munten gebruikt werden.
2. Omdat de Romeinen alleen het noorden van Nederland hadden veroverd.
3. Omdat archeologen alleen nog maar in het noorden hebben gezocht.
4. Geen van de antwoorden is juist.

Bekijk de afbeelding. Welke twee antwoord zijn juist.

1. Het Romeinse rijk bestond alleen uit het huidige Italië en Griekenland.
2. De Romeinen hadden een goed georganiseerd leger en bewaakte de grens.
3. Landen sloten zich graag aan bij het Romeinse rijk.
4. De Romeinen veroverde grote gebieden in Italië en daarbuiten.

Benoem twee Romeinse uitvindingen die wij vandaag de dag nog steeds (elke dag) gebruiken.

Leg uit wat het begrip romanisering betekend.

Wat nemen andere volken over van de Romeinse cultuur. Benoem er twee.

Er heersde twee eeuwen rust en vrede in het romeinse rijk. Hoe noem je deze periode?

1. Romana vurum
2. Pax Romana
3. Romanisering
4. polytheisme

Wat zijn natuurlijke grenzen? Kies het antwoord met de juiste voorbeelden.

1. Bergen, rivieren en forten
2. Forten, woestijnen en zeeën
3. Rivieren, woestijnen en zeeën
4. Forten, woestijnen en bergen

Bekijk de afbeelding.
Wat voor type grens is dit?

1. Kunstmatige grens.
2. Natuurlijke grens.
3. Het is geen grens.

Welke betekenis past bij het begrip staatsgodsdienst? Kies het juiste antwoord.

1. Het vereren van meerdere goden.
2. Het geloven in één god.
3. De vrijheid van geloof.
4. De officiële godsdienst van een land.

Extra uitleg

• Vind je iets nog lastig?
• Of moet ik nog iets extra uitleggen?
• Laat het mij weten! 
• Geen extra uitleg nodig? 
• Ga dan aan de slag met de samenvattingsopdracht

Einde