Les 08 - § 11 Begrijpelijk formuleren

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Les 8

     § 11 Begrijpelijk formuleren

Blz.

tb: 

74-75

wb: 

70-73

Doel van de les

Aan het eind van deze 2 lessen:

- Weet je hoe zinslengte, zinsbouw en woordkeuze van invloed zijn op de begrijpelijkheid van een tekst.

- Kan je bepalen voor wie een tekst geschreven is en beoordelen of de tekst begrijpelijk is voor de lezer.

- Kan je teksten herschrijven in begrijpelijke taal.

- Kan je zelf een begrijpelijke tekst schrijven en onderzoek doen naar de begrijpelijkheid van een tekst.

5 min

Lesindeling

- Bespreken huiswerk.

- Lezen tekst/ korte bespreking. 

- Verkenning (tweetal).

- Mondelinge vaardigheid (klassikaal)

Bespreken

Blz. 69

11 t/m 14

De theorie                          blz. 74

• Zinslengte: maak zinnen niet te lang.
• Kern bij elkaar: zet niks tussen onderwerp en gezegde.
• Lastige woorden: denk aan je publiek.
• Tangconstructie: vermijd lange uitleg middenin zin.
• Lijdende vorm: gebruik liever de actieve vorm.
• Naamwoordstijl: niet gebruiken.

5 min

Lesindeling

- Bespreken huiswerk.

- Vragen over gelezen tekst/ korte bespreking. 

- Verkenning (tweetal).

- Mondelinge vaardigheid (klassikaal)

Werktijd                             blz. 70

Werk aan de verkenning (tweetal).

10 min

Bespreken

De Speld

10 min

10 min

Lesindeling

- Vragen over gelezen tekst/ korte bespreking. 

- Verkenning (tweetal).

- Mondelinge vaardigheid (klassikaal)

oefening

Slechtnieuwsgesprek:

- twee mensen voor de klas

- één voert een slechtnieuwsgesprek

Klas observeert en bespreekt naderhand:

Is er begrijpelijk geformuleerd?

Of toch te vaag uit angst voor reactie?

10 min

oefening

Slechtnieuwsgesprek:

- Oefen in je groepje, wees allemaal 1 keer de 'nieuwsbrenger'.

Groepje observeert en bespreekt naderhand:

Is er begrijpelijk geformuleerd?

Of toch te vaag uit angst voor reactie?

10 min

Lesindeling

- Vragen over gelezen tekst/ korte bespreking. 

- Verkenning (tweetal).

- Mondelinge vaardigheid (klassikaal)

Welke twee dingen heb je
geleerd in deze les?

Op deze vraag heb ik nog
antwoord nodig.