H3 Par. 3.2 Verwarmen Deel - 2 Herhalen Vermogen en Energie

Hoofdstuk 3 Energie

1 / 21

Slide 1: Slide

NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with text slides.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3 Energie

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 3 Energie

Paragraaf 2 Verwarmen Deel 2

Slide 2 - Slide

Herhaling vermogen en energie

Slide 3 - Slide

Het vermogen van een apparaat bepaalt hoeveel energie dat apparaat gebruikt.

Vermogen is: de hoeveelheid energie in Joule die een apparaat elke seconde gebruikt.

Dus 1 Watt is gelijk aan 1 Joule per seconde

Laag vermogen:

5 Watt

5 Joule per seconde

Groot vermogen:

40 Watt

40 Joule per seconde

Slide 4 - Slide

Je kunt het vermogen van een apparaat uitrekenen met de onderstaande formule

grootheid symbool eenheid symbool

spanning U Volt V

stroomsterkte I Ampère A

vermogen P Watt W

P = U \cdot I

Slide 5 - Slide

De totale energie die een apparaat gebruikt hangt af van het vermogen en de tijd.

grootheid symbool eenheid symbool

vermogen P Watt W

tijd t seconde s

energie E Joule J

Σ

E = P \cdot t

Slide 6 - Slide

Maak de oefenopgaven over vermogen en energie en kijk deze zelf na.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide