• Werkwoordspelling beheers je op niveau 3F en de overige spellingregels beheers je op niveau 3F
(SLO Spelling) • Leesvaardigheid: je kunt het doel van de schrijver aangeven, onderscheid maken tussen verschillende soorten teksten, tekststructuren en verbanden herkennen en begrijpen. Daarbij kun je de betrouwbaarheid van een tekst beoordelen. (Test in de testweek)
• Literaire ontwikkeling: je kunt reflecteren op het klassikaal gelezen werk. Daarbij kun je de algemene begrippen die bij literatuur horen, en de narratieve technieken uit Open Boek toepassen (leesverslag in voorbereiding op mondeling in P4)