This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Klaarmaken voor de les
Pak een aantekeningenschrift
Leg je telefoon weg
Zorg ervoor dat je boeken op tafel liggen
Chromebook (lessonup.app)
Slide 1 - Slide
Herhaling schakelschema's
Slide 2 - Slide
Serie
Slide 3 - Drag question
Parallel
Slide 4 - Drag question
4.3 Licht en kleuren zien
Slide 5 - Slide
Wat te doen vandaag
Leerdoelen
Hoe is wit licht opgebouwd
Kleuren mengen
Hoe zie je kleuren
Licht: Terugkaatsen en absorberen
Onzichtbare straling
Zelf aan het werk
Slide 6 - Slide
Leerdoelen
Ik kan uitleggen waaruit licht is opgebouwd en kan het verschil uitleggen tussen wit licht en gekleurd licht.
Ik weet wat een spectrum is en uit welke kleuren (in de juiste volgorde) het spectrum is opgebouwd.
Ik kan uitleggen hoe je bepaalde kleuren licht kunt maken door te mengen en wat het verschil is tussen het mengen van verf (pigment) en het mengen van licht.
Ik kan uitleggen hoe een organisme licht kan waarnemen en wat er aan de hand is wanneer iemand kleurenblind is.
Ik kan, aan de hand van een gegeven voorbeeld, uitleggen welke kleur iemand ziet als er een bepaalde kleur op een bepaald voorwerp schijnt.
Ik ken de andere soorten straling en hun eigenschappen en kan uitleggen waarvoor deze soorten licht toegepast kunnen worden.
Slide 7 - Slide
Hoe is wit licht opgebouwd
Alle kleuren van de regenboog!
Slide 8 - Slide
Breking
Breking:
Als licht op een transparant object valt, valt het licht uiteen in verschillende kleuren. Dit noem je breking
Slide 9 - Slide
Kleuren mengen
Slide 10 - Slide
Hoe zie je kleuren
Kegeltjes
Werken bij veel licht
Zien kleur (rood, groen en blauw)
Staafjes
Werken bij weinig licht
Zien zwart/wit en grijstinten
Slide 11 - Slide
Licht: Terugkaatsten en absorberen
Terugkaatsten Absorberen
Slide 12 - Slide
Onzichtbare straling
Infrarode straling (IR)
Warmte
Ultraviolette straling (UV)
Slide 13 - Slide
Zelf aan het werk
Ga aan het werk met paragraaf 4.3 (1 t/m 14) Klaar? Nakijken Klaar? Nakijken Klaar? Maak een mindmap van paragraaf 4.3