Renaissance en meubel

Een nieuwe tijd

De Renaissance 1450 - 1530
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Hout en meubelMBOStudiejaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Een nieuwe tijd

De Renaissance 1450 - 1530

Slide 1 - Slide


Anatomie
Kennis van het menselijk lichaam

Slide 2 - Slide

Kenmerken van de Renaissance-kunst (1)

  • wedergeboorte van de Griekse- en Romeinse kunst/cultuur

  • realistisch

  • veel details

  • perspectief (weergeven van diepte)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Vitruviusman

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Schilderkunst

- Kerk en adel niet meer enige opdrachtgevers

- Kunstenaars kregen veel aanzien

- Het perspectief werd ontdekt

- Nieuwe verftechnieken

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Architectuur

Slide 11 - Slide

Het orgineel:
rond 120 na Chr.
De kopie:
rond 1580 na Chr.

Slide 12 - Slide


  • Kordonlijsten, kroonlijst en pilasters (halfzuilen) verwijzen naar de klassieke tempels.
  • Door de lijsten en vorm heeft het geheel een overwegend horizontaal karakter.
  • De pilasters (halfzuilen) zijn gestapeld; onderaan de Dorische bouworde, dan de Ionische orde en dan de Korinthische orde. 

Slide 13 - Slide

Meubels
  • Vanuit de kist ontwikkelde zich de kast, in eerste instantie door er een tweede deel bij op te plaatsen, de “armoire a deux corps”.
  • De kasten uit de renaissance hebben dezelfde kenmerken als de gebouwen; pilasters, frontons, kroonlijst, cordonlijsten, kapitelen, piedestal etc.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

  • Ook de stoelen vertonen veel architectonische details.
  • Deze stoel noemt men een caqueteuse of caquetoire, het is een praatstoel.
  • De stoel is zo gemaakt dat de vrouwen er goed in konden zitten met hun wijde rokken.

Slide 16 - Slide

Ook de tafels uit de renaissance vertonen architectonische details die op de klassieken zijn geïnspireerd.

Slide 17 - Slide

Veel tafels hadden balusterpoten, ook weer afgeleid van de architectuur.

Slide 18 - Slide

Renaissance betekent letterlijk:
A
wedergeboorte (van de romaanse kunst)
B
wedergeboorte (van de gotische kunst)
C
wedergeboorte (van de byzantijnse kunst)
D
wedergeboorte (van de klassieke oudheid)

Slide 19 - Quiz

Wanneer is de periode van de Renaissance?
A
1500-1600
B
1400-1530
C
17e eeuw
D
1300-1450

Slide 20 - Quiz

Hoe veranderde de rol van de kunstenaar in de renaissance?
A
kunstenaars kregen meer opdrachten van burgers
B
kunstenaars kregen meer aanzien
C
kunstenaars waren niet langer anoniem
D
kunstenaars bleven werken voor de kerken

Slide 21 - Quiz

Welke kunstenaar was naast schilder ook beeldhouwer, dichter, architect en wetenschapper?
A
Leonardo da Vinci
B
Botticelli
C
Michelangelo
D
Rafael

Slide 22 - Quiz

Hoe noem je deze stoel?
A
Kak stoel
B
Troon
C
caqueteuse
D
caquetoire

Slide 23 - Quiz

Waar werden de meubels uit de renaissance op geïnspireerd?

Slide 24 - Open question

Hoe is de kast ontstaan?
A
Stapelen van 2 kisten
B
Bedacht door Leonardo Davinci
C
De kerk had meer ruimte nodig
D
De medici wilden hun rijkdommen opbergen.

Slide 25 - Quiz