Workshop Gesprekken voeren P&K week 3-5

Workshop gesprekken voeren
P&K sem 6
week 3-5

1 / 43
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Workshop gesprekken voeren
P&K sem 6
week 3-5

Slide 1 - Slide

Lees de opdracht en de bijbehorende reader gesprekstechnieken op CL  Bedenk alvast welke gespreksvorm jij interessant vindt om straks mee te oefenen. (Informatief gesprek-Evaluatiegesprek-Slecht nieuws gesprek-Klachtengesprek-(Bijzondere) Intake)

Slide 2 - Slide

Aan het eind van deze workshop:
  • Ken je verschillende gesprekstechnieken
  • Ken je de theorie rondom gespreksvoering
  • Heb je zelf met minstens 1 gesprek geoefend 
  • Heb je een simulatie van een gesprek gepresenteerd aan de klas
  • Heb je geëvalueerd, weet je wat je mee neemt en waar je nog in wil groeien.

Slide 3 - Slide

Indeling vandaag en volgende week:
Volgende week: gastles rouw en verlies
Vandaag: 
  • Theorie 
  • In drietallen oefenen gesprekken voeren en voorbereiden simulatie
  • Simulatie gesprek laten zien aan de klas
  • Evalueren

Slide 4 - Slide

Wat is jouw leukste en minst leuke ervaring tijdens een gesprek met iemand?

Slide 5 - Open question

Verschil gespreksvaardigheid/gesprekstechniek?

Slide 6 - Slide

Gespreksvaardigheid:
Het bezitten van vaardigheden als luisteren, spreken, concentratie die nodig zijn om te communiceren. 

Slide 7 - Slide

Gesprekstechnieken:
Het bewust hanteren van de volgorde van een gesprek met bewust gebruik van communicatietechnieken, met als doel kennis te delen, een houding te beïnvloeden of gedrag te veranderen

Slide 8 - Slide

Functie van gesprekstechnieken:
  • Als hulpmiddel om de communicatie te verbeteren
  • Als hulpmiddel om miscommunicatie te voorkomen
  • Als hulpmiddel het doel van het gesprek te behalen
  • Als reminder wat wel en niet te doen of te zeggen

Slide 9 - Slide

Verschil tussen luisteren en horen?

Slide 10 - Slide

Horen:
Het gehoor, het in staat zijn om te kunnen horen

Slide 11 - Slide

Luisteren:
Luisteren is het bewust en doelgericht waarnemen, begrijpen, selecteren en verwerken van informatie

Slide 12 - Slide

Het is belangrijk dat je als pedagogisch medewerker en onderwijsassistent goed kunt luisteren. Luisteren is een belangrijke, dagelijks voorkomende vaardigheid, zowel in het contact met kinderen, jongeren, ouders/verzorgers, als met collega's. 

Slide 13 - Slide

Luisteren is de belangrijkste communicatieve activiteit

Slide 14 - Slide

Vormen van niet luisteren:

Onverschillig luisteren: 
Oordelend luisteren:  
Ik-gericht luisteren:
Je doet geen moeite je te verdiepen
Je laat je leiden door je oordeel
Je richt je aandacht op jezelf, eigen behoefte centraal

Slide 15 - Slide

ACTIEF LUISTEREN= BETROKKEN ZIJN
- afsluiten voor andere dingen, de rust om te luisteren
- lichaamstaal (zithouding, oogcontact, rust) 
-alle aandacht op de spreker
- knikje, 'mimiek'
- luistergeluiden [hmhm]
- de ander laten uitpraten
- samenvatten / doorvragen
-bij een kind op dezelfde (oog)hoogte gaan zitten




Slide 16 - Slide

Een juiste luisterhouding stimuleert de ander om door te gaan met zijn verhaal. Vaak gaat de spreker daardoor dieper op het onderwerp in.

Slide 17 - Slide

SOORTEN VRAGEN
- open vragen                              (Wat heb je gisteren gedaan?)
- keuze vragen                             (Wil je puzzelen of bouwen?)
- indirecte vragen                       (Ik zou willen weten of je mee gaat)
- gesloten vragen                       (Heb je een computer bij je?)
- suggestieve vragen                (Dat vind jij toch ook niet leuk?)
- directe vragen                           (Ben je blij met je studiekeuze?)
                   

Slide 18 - Slide

"Bent u tegen pesten?"
A
Open vraag
B
Gesloten vraag
C
suggestieve vraag

Slide 19 - Quiz

"Wat zijn uw ervaringen met het preventieve programma Kanjertraining?"
A
Open vraag
B
Gesloten vraag
C
keuze vraag

Slide 20 - Quiz

Stel 1 vraag tegelijkertijd
Een dubbele vraag als; "Vind je het leuk hier en vind je je klasgenootjes aardig?" leidt tot verwarring, vaak wordt alleen de laatste vraag beantwoord.

Slide 21 - Slide

LSD
Wat is dat?

Slide 22 - Slide

Luisteren
Om iets wat iemand heeft gezegd goed te kunnen samenvatten, moet je erg goed luisteren en naar wat iemand zegt....
Een juiste interpretatie is erg belangrijk.


Slide 23 - Slide

Samenvatten
Vervolgens ga jij dit in jouw eigen woorden herhalen.
Dit doe je zo: Begrijp ik goed dat u zegt ...... en .......?
Het is een controlevraag. Je vraagt of jij het goed hebt begrepen en of jullie op één lijn zitten. Het kan zijn dat jullie elkaar (ondanks dat jij dénkt de ander te begrijpen) nog niet helemaal goed begrijpen. Dan zal de ander jou corrigeren. 

Slide 24 - Slide


Waarom is samenvatten belangrijk?
A
Om te kijken of wij elkaar goed begrijpen
B
Om de zaken nog helderder te krijgen
C
Om te zien of ik nog meer vragen kan stellen
D
Zo stel ik de ander op zijn gemak

Slide 25 - Quiz


Een goeie zin om een samenvatting te starten is ........
A
Mooi, we gaan naar de volgende vraag
B
Heb ik het goed begrepen, dat .... en ....
C
Kunt u mij daarover iets meer vertellen?
D
Wat is uw echte naam?

Slide 26 - Quiz

Doorvragen
Om de zaken nog helderder te krijgen.
Om hoofd van bijzaken te onderscheiden.
Bijvoorbeeld:
Kunt u een voorbeeld geven?
Hoe is het gekomen dat ......?
Waar bent u precies geweest?


Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Alle 10 op een rij
1. Wees een OEN. Open, Eerlijk en Nieuwsgierig
2. Laat OMA thuis. Oordelen, Meningen, Aannames
3. Gebruik LSD. Luisteren, Samenvatten en Doorvragen
4. Raak de KLUTS niet kwijt. Kijken, Luisteren, (Uit)vragen, Toetsen en Samenvatten
5. Neem ANNA mee. Altijd Navragen, Nooit Aannemen
6. Smeer NIVEA. Niet Invullen Voor Een Ander
7. Maak je niet DIK. Denk in Kwaliteiten of Denk in Kansen
8. Doe als een KOE. Kaken Op Elkaar
9. Wees een HELD. Herkennen, Erkennen, Loslaten en Doorgaan
10. Doe het VAAK. Verwachtingen, Afspraken, Aanspreken en Kalibreren 

Slide 30 - Slide

DIK =
timer
0:30
A
denk in knuffels
B
denk in kwaliteiten
C
denk in karakters
D
denk in kado's

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Slide

hoe wil je dat slechtnieuws aan jou wordt verteld?

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

We oefenen in drietallen gesprekken en bereiden de simulatie voor de klas voor.
Je maakt met je groepje een keuze voor een gespreksvorm (Informatief gesprek-Evaluatiegesprek-Slecht nieuws gesprek-Klachtengesprek-(Bijzonderen)Intake.) 
Gebruik de reader voor informatie over dit gesprek. Als er op CL (volgens de opdracht) een casus staat die je kunt gebruiken, dan mag dat. Zo niet, dan verzinnen jullie een casus, mogelijk vanuit je stage.

Slide 42 - Slide

We laten onze voorbereide simulatie zien aan de rest van de klas en we bespreken dit na.

7. Evalueer met elkaar wat je meeneemt uit deze workshop:
• Wat heb je geleerd?
• Welke vaardigheden/ gesprekstechnieken neem je mee?
• Waar wil je nog in groeien/ wat wil je nog leren?

Slide 43 - Slide