Les 31

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, mavo
• Leerjaar 1

Wat gaan we doen.....

- terugblik , sterke en zwakke werkwoorden

- lesdoel

- uitleg complimenten geven

- complimenten geven

- afsluiting, SO bespreken

Sterk of zwak werkwoord?

De hond blafte

1. sterk
2. zwak

Sterk of zwak werkwoord?

ik sliep

1. zwak
2. sterk

Sterk of zwak werkwoord?

Het vliegtuig vloog

1. sterk
2. zwak

Sterk of zwak werkwoord?

Voetballen

1. sterk
2. zwak

Sterk of zwak werkwoord?

Zwemmen

1. sterk
2. zwak

Sterk of zwak werkwoord?

Broeden

1. sterk
2. zwak

Verleden tijd = broedde

Sterk of zwak werkwoord?

Jij fietste

1. sterk
2. zwak

Sterk of zwak werkwoord?

Dragen

1. sterk
2. zwak

Verleden tijd = Droeg

Lesdoel

Aan het einde van de les:

- weet je hoe je in een gesprek complimenten kunt geven en ontvangen

- weet je welke vier soorten complimenten je iemand kan geven.

Opdracht

Geef je buurman of buurvrouw een compliment.

Wat voor een gevoel geeft het jou als je een compliment krijgt?

Waarover kan je iemand allemaal een compliment geven?

Vier soorten Complimenten

1. Uiterlijk (mooie ogen)

2. Wat iemand kan (goed tekenen)

3. Wat iemand heeft (een mooi horloge)

4. Hoe iemand is (behulpzaam, grappig)

Zelf aan de slag

Wat?	Werk aan les 31, opdracht 1 t/m 9 en opdracht 11 en 12 op blz. 66 en 67
Hoe?	Lees de opdrachten en probeer de antwoorden te vinden
Klaar?	Lezen in je leesboek.
Tijd?	30 minuten
Dan:	Kort bespreken wat er gemaakt is. Zijn er vragen? Ben je moeilijkheden tegengekomen?

Geef een voorbeeld van een compliment

Waar moet je op letten bij het geven van een compliment?