Je bent naar de klant toe gelopen en gaat hem nu helpen. Je vraagt wat de klant precies zoekt.
Jij pakt artikelen die passen bij de wens van de klant. Soms helpt het om ook het koopmotief van een klant te weten. Als je weet waarom een klant iets wil kopen, weet je soms beter welke artikelen je hem moet adviseren. Je toont het artikel en laat zien hoe het staat of werkt.
In deze fase geef je informatie over de artikelen. Je noemt de voordelen. Je vertelt wat je allemaal met het artikel kunt doen. Je laat artikelen zien die veel op elkaar lijken, maar die toch van elkaar verschillen. Dit noem je productvergelijking. Je geeft zo nodig extra informatie over het onderhoud, gebruik en bewaren. Tot de klant voldoende informatie heeft om een besluit te nemen. De klant kan nu een keuze maken.
Het kan zijn dat je niet het artikel hebt waarom de klant vraagt. Je kunt dan een ander artikel voorstellen dat erop lijkt of dezelfde functie heeft. Dat noem je plaatsvervangende verkoop.