24-09-2024: spelling woorden korter schrijven

Aan het eind van deze week:
- weet je welk boek je gaat lezen en heb je je boek bij je;
- leer je op welke manieren woorden korter geschreven kunnen worden;
- leer je komma's, dubbele punten, aanhalingstekens en puntkomma's op de juiste manier gebruiken.

Let op: neem deze week alle lessen je leesboek mee. 

1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Aan het eind van deze week:
- weet je welk boek je gaat lezen en heb je je boek bij je;
- leer je op welke manieren woorden korter geschreven kunnen worden;
- leer je komma's, dubbele punten, aanhalingstekens en puntkomma's op de juiste manier gebruiken.

Let op: neem deze week alle lessen je leesboek mee. 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Woorden korter schrijven
Er zijn vijf manieren waarop je woord(groep)en korter kunt schrijven: met een afkorting, een letterwoord, een initiaalwoord, een verkorting en een symbool.

1.  Een afkorting; een afkorting spreek je uit als het oorspronkelijke woord.
Een afkorting schrijf je met een of meer punten. Je gebruikt een hoofdletter als die ook in het oorspronkelijke woord voorkomt:
– e.d. (en dergelijke), Z.M. (Zijne Majesteit), blz., 

2. Een letterwoord bestaat uit de eerste letters van een naam of woordgroep. Je spreekt het uit als een woord. Je schrijft een letterwoord zonder punten en je gebruikt een hoofdletter als die ook in het afgekorte woord voorkomt:
– pin: persoonlijk identificatienummer), Wajong: Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, havo, HEMA




Slide 3 - Slide

Woorden korter schrijven
3. Een initiaalwoord schrijf je ook zonder punten, maar in tegenstelling tot een letterwoord spreek je het uit als losse letters:

– btw: belasting over de toegevoegde waarde, NS: Nederlandse Spoorwegen

4. Een verkorting is opgebouwd uit een of meer (delen van) lettergrepen. Je spreekt een verkorting uit als een woord:
– airco (airconditioning), wifi (wireless fidelity), horeca

5. Een symbool is een notatie van een wetenschappelijk begrip, een eenheid of een valuta. Je spreekt een symbool uit als het woord waar het voor staat.
De schrijfwijze is nationaal of internationaal afgesproken. Dit geldt ook voor het gebruik van hoofdletters of kleine letters. Een symbool schrijf je zonder punt:
– V (volt), ml (milliliter), GB (gigabyte).







Slide 4 - Slide

m.a.w.
Afkorting
Letterwoord
Initiaalwoord
Verkorting
Symbool
km/h
wc
ufo
prof

Slide 5 - Drag question

Wat is vip?
Een afkorting, letterwoord, initiaalwoord, verkorting:
A
afkorting: afkorting in letters, maar je leest het hele woord
B
letterwoord: afkorting van een woord/woorden die je uitspreekt zoals hij er staat
C
initiaalwoord: afkorting die je uitspreekt als de afkorting
D
verkorting: verkorting van een woord

Slide 6 - Quiz

Wat is horeca?
Een afkorting, letterwoord, initiaalwoord, verkorting:
A
afkorting: afkorting in letters, maar je leest het hele woord
B
letterwoord: afkorting van een woord/woorden die je uitspreekt zoals hij er staat
C
initiaalwoord: afkorting die je uitspreekt als de afkorting
D
verkorting: verkorting van een woord

Slide 7 - Quiz

Wat betekent de afkorting 'yup'?
A
youth urban professional
B
youth unuse professionel
C
young unuse professional
D
young urban professionel

Slide 8 - Quiz

hbo
kJ
airco
mavo
z.s.m.
afkorting
letterwoord
initiaalwoord
verkorting 
symbool 

Slide 9 - Drag question

Wat is het belangrijkste kenmerk van een letterwoord?
A
Het bestaat uit meerdere letters
B
Er staan altijd puntjes tussen de letters
C
Je spreekt de letters afzonderlijk uit
D
Je spreekt de letters uit als een woord

Slide 10 - Quiz

Wat is mavo?
Een afkorting, letterwoord, initiaalwoord, verkorting:
A
afkorting: afkorting in letters, maar je leest het hele woord
B
letterwoord: afkorting van een woord/woorden die je uitspreekt zoals hij er staat
C
initiaalwoord: afkorting die je uitspreekt als de afkorting
D
verkorting: verkorting van een woord

Slide 11 - Quiz

Wat is wc?
Een afkorting, letterwoord, initiaalwoord, verkorting:
A
afkorting: afkorting in letters, maar je leest het hele woord
B
letterwoord: afkorting van een woord/woorden die je uitspreekt zoals hij er staat
C
initiaalwoord: afkorting die je uitspreekt als de afkorting
D
verkorting: verkorting van een woord

Slide 12 - Quiz

Wat is enz.?
Een afkorting, letterwoord, initiaalwoord, verkorting:
A
afkorting: afkorting in letters, maar je leest het hele woord
B
letterwoord: afkorting van een woord/woorden die je uitspreekt zoals hij er staat
C
initiaalwoord: afkorting die je uitspreekt als de afkorting
D
verkorting: verkorting van een woord

Slide 13 - Quiz

Weet je nu:
- Welk boek je gaat lezen? 
- Op welke manieren woorden korter geschreven kunnen worden? 
- Hoe je op de juiste manier komma's, dubbele punten, aanhalingstekens en puntkomma's gebruikt? 










Huiswerk: 
    Spelling  § 5 Woorden korter schrijven
    bladzijde 250 en 251
    Opdracht 1 + 2 + 3 + 4
    Spelling § 6 Komma, dubbele punt, aanhalingstekens, puntkomma
    bladzijde 252 en 253
    Opdracht 1 + 2 + 3 + 4

    Slide 14 - Slide