This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Hoofdstuk 4
4.1 Je verandert
4.2 Het voortplantingsstelsel van een man
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Levensfasen
Lichamelijke ontwikkeling
Geestelijke ontwikkeling
Sociale ontwikkeling
Slide 3 - Slide
Geslachtskenmerken
Slide 4 - Slide
Een geslachtskenmerk
Hieraan herken je het geslacht
Slide 5 - Slide
Basisstof (1/2)
Primaire geslachtskenmerken: kenmerken die je hebt vanaf de geboorte:
Jongen: penis en balzak
Meisje: vagina en schaamlippen
Slide 6 - Slide
Basisstof (2/2)
Secundaire geslachtskenmerken: kenmerken die je ontwikkelt vanaf de puberteit
Jongen: meer spieren, baard in de keel
Meisje: borsten, bredere heupen en schaamhaar
Slide 7 - Slide
Wat is puberteit eigenlijk?
Slide 8 - Open question
Puberteit
Tijdens de puberteit zijn er lichamelijk veranderingen: groeispeurt, schaamhaar en meer spieren
Er zijn ook geestelijke veranderingen: je wordt zelfstandig, je wordt verliefd en je bepaald je eigen stijl
Slide 9 - Slide
Waaraan kan je bij de geboorte al zien dat het een meisje is?
Slide 10 - Open question
Waaraan kan je vanaf de geboorte al zien dat het een jongen is?
Slide 11 - Open question
Noem twee dingen die in de puberteit veranderen aan het lichaam van de vrouw.
Slide 12 - Open question
Noem twee dingen die in de puberteit veranderen aan het lichaam van de man.
Slide 13 - Open question
Is de haargroei onder de oksels een primair geslachtskenmerk?
A
Nee
B
ja
Slide 14 - Quiz
Primair geslachtskenmerk bij een jongen is:
A
balzak en penis
B
borsthaar en baardgroei
C
schaamlippen en vagina
D
gespierde lichaamsbouw
Slide 15 - Quiz
Een balzak is een huidplooi waarin teelballen en bijballen liggen. De temperatuur is ....................dan in de buikholte. Dit is gunstig voor de ontwikkeling van spermacellen.
A
hoger
B
lager
C
zelfde
Slide 16 - Quiz
De bouw van het mannelijk voortplantingsorgaan
Slide 17 - Slide
Functies voortplantingsstelsel:
Balzak: huidplooi waarin teelballen(vormen zaadcellen) en bijballen (tijdelijke opslag zaadcellen) liggen
Zaadleiders: vervoeren zaadcellen
Zaadblaasjes: voegen vocht en voedingsstoffen toe aan de zaadcellen
Prostaat: voegt vocht toe aan zaadcellen
Urine buis: vervoert urine en sperma
Penis: sperma inbrengen in een vagina
Slide 18 - Slide
Zaadlozing:
bij een zaadlozing komt sperma met schokken uit de penis
Een zaadlozing kan een lekker gevoel geven (orgasme of klaarkomen)
Een zaadlozing kan plaatsvinden :
* bij geslachtsgemeenschap
* door zelfbevrediging (masturbatie)
* in de slaap (“natte droom”)
Slide 19 - Slide
Waar worden de zaadcellen bij de man gevormd?
A
In de penis
B
In de prostaat
C
In de teelballen
D
In de zaadblaasjes
Slide 20 - Quiz
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen