Les 2 Le/lui 1.2 Doel en hoofdgedachte

Les 1.2 doel en hoofdgedachte
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 1.2 doel en hoofdgedachte

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?

  • Stukje herhaling vorige week 
  • Theorie 1.2 doel en hoofdgedachte
  • Samen opdracht 1
  • Zelfstandig aan de slag met 1.2 

Slide 2 - Slide

Ik kijk naar de titel, vetgedrukte woorden en de plaatjes.
Nu lees ik.....
A
Globaal
B
Zoekend
C
Verkennend lezen

Slide 3 - Quiz

Wat is het verschil tussen verkennend lezen en globaal lezen?
A
Bij globaal lezen lees je de tekst helemaal en bij verkennend lezen niet.
B
Bij verkennend lezen lees je de tekst helemaal en bij globaal lezen niet.
C
Bij globaal lezen bekijk je de tekst: tussenkopjes, titel, plaatjes enz. en bij verkennend lezen niet.

Slide 4 - Quiz

Bij welke leesstrategie lees je de tussenkopjes, de eerste en laatste alinea, de eerste en laatste zin van alle alinea's en vervolgens (vluchtig) de hele tekst ?
A
Verkennend lezen
B
Precies/nauwkeurig lezen
C
Globaal lezen
D
Zoekend lezen

Slide 5 - Quiz


                    terugblik

Slide 6 - Slide

Het boek
Wat zegt het boek hierover? 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

1.2 Doel en hoofdgedachte
Bij het lezen of bekijken van teksten is het vaak belangrijk om je ervan bewust te zijn dat de maker altijd een doel heeft met zijn tekst. Bedenk daarom:

  • Wat wil de maker van mij? Wat is het tekstdoel van de maker?
  • Wat is de hoofdzaak van wat hij mij probeert te vertellen? Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

Sommige teksten hebben meerdere doelen, maar bijna altijd is een van die doelen het hoofddoel.

Slide 10 - Slide

Welke tekstdoelen ken jij nog?

Slide 11 - Open question

de maker van de tekst wil
tekstdoel
tekstsoort
nieuwsbericht
gebruiksaanwijzing
forumbijdrage op het internet
reclame
discussie
speelfilm
informatie geven
informeren
laten weten hoe hij iets moet doen


instrueren
overtuigen van een mening
overtuigen / betogen
aanzetten tot actie
overhalen / activeren
aan het denken zetten en
een mening laten vormen
opiniëren / beschouwen
vermaken
amuseren

Slide 12 - Drag question

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

1.2 Doel en hoofdgedachte
Als je het tekstdoel weet, kun je ook de hoofdgedachte bepalen.

Overtuigen: wat is de mening waarvan de maker je wil overtuigen?
Overhalen: wat moet je doen? (Koop..., Kom..., Word lid..., Geef geld...)
Opiniëren/beschouwen: wat is volgens de maker het antwoord op de vraag waarover hij je wil laten nadenken?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Hoofdgedachte en onderwerp
De hoofdgedachte van de tekst is het belangrijkste wat de schrijver met de tekst wil overbrengen, één zin! Kijk hiervoor in de inleiding

Het is dus niet de titel, want dan spreek je van het onderwerp.
Een onderwerp is kort en krachtig (één of twee woorden).

Slide 17 - Slide

1.2 Doel en hoofdgedachte
Hoe vind je de hoofdgedachte?

  • kortst mogelijke samenvatting van een tekst
  • vaak in de inleiding van de tekst
  • bij langere artikelen meestal in het slot van de tekst

Slide 18 - Slide

Bekijk deze
afbeelding
goed....

Slide 19 - Slide

Voor welke doelgroep is de
advertentie geschreven?
A
Kinderen
B
Ouders
C
Docenten
D
Medewerkers

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Wat is het onderwerp van de tekst
A
GPS-dienst
B
GPS-dienst pizzaketen
C
pizzaketen
D
Pizzaketen Domino’s gaat bezorgers volgen met gps-tracking.

Slide 22 - Quiz

Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
A
Pizzaketen Domino’s gaat bezorgers volgen met gps-tracking.
B
Deze tekst heeft geen hoofdgedachte.
C
Domino's
D
GPS-dienst pizzaketen.

Slide 23 - Quiz

Aan de slag
Opdracht 1: Plenair

Opdracht 2, 4 en 5:  Individueel

Slide 24 - Slide

Goed gedaan

Slide 25 - Slide