Dinsdag 17 december
This lesson contains 18 slides, with text slides.
Dinsdag 17 december
Woordenschat
Beeldspraak herhaling klas 2:
vergelijking, metafoor, personificatie en metoniem
Beeldspraak woordenschat H3:
asyndetische vergelijking, homerische vergelijking en synesthesie
Stijlfiguren woordenschat H2:
hyperbool, understatement, litotes, eufemisme
Stijlfiguren woordenschat H2
hyperbool, understatement, litotes, eufemisme
De litotes is een bijzondere vorm van het understatement. Je ontkent het tegenovergestelde. Het doel is om datgene wat je bedoelt beter uit te laten komen.
Ze is bepaald niet dom (ze is slim).
Mijn vriend Mickey is niet vies van haring (hij is gek op haring).
Dat is geen slecht idee (dat is een goed idee).
Hij is niet achterlijk (hij is slim).
Het verschil tussen een understatement en een eufemisme is humor / spot.
Een eufemisme werkt verzachtend, een understatement gebruik je om de lachers op je hand te krijgen of grappig of grof uit de hoek te komen.
Hyperbool: als je overdrijft, gebruik je een hyperbool.
We hebben ons kapot gelachen (we hebben enorm gelachen).
Understatement: als je iets afzwakt, gebruik je een understatement.
Die rijke vrouw heeft een leuk stulpje gekocht (een heel groot huis).
Litotes: een bijzondere vorm van understatement. Je ontkent het tegenovergestelde.
Ze is bepaald niet dom (ze is slim).
Eufemisme: je iets zo dat het als minder hard of erg overkomt. Dit doe je om een pijnlijke situatie te verzachten. Hij gaat creatief om met de waarheid (hij liegt).