3V - Woordenschat H2: eufemisme, understatement, hyperbool en litotes

Woordenschat

 

Hoofdstuk 2

 

Stijlfiguren

1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Woordenschat

 

Hoofdstuk 2

 

Stijlfiguren

Slide 1 - Slide

Stijlfiguren

 

Bij taalgebruik leg je vaak gevoel in je woorden. Zo kun je iets overdrijven, iets afzwakken of een pijnlijke zaak wat verzachten.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Stijlfiguren: hyperbool

Als je overdrijft, gebruik je een hyperbool.


Je zegt: 'Ik heb  mijn leven gegeven om de wedstrijd te winnen.' je bedoelt: 'Ik heb me enorm ingezet om de wedstrijd te winnen.'

Slide 4 - Slide

Stijlfiguren: understatement

Als je iets afzwakt, gebruik je een  understatement. Je zegt dat iets minder mooi, groot of belangrijk is dan het in werkelijkheid is.


Je zegt: 'Die Messi kan best leuk voetballen'

je bedoelt: 'Messi kan fantastisch voetballen!'

Slide 5 - Slide

Stijlfiguren: eufemisme

Ook bij een eufemisme zeg je iets zo dat het als minder erg of hard overkomt, maar dat doe je dan om een pijnlijke situatie te verzachten en om te voorkomen dat je iemand kwetst.


Je zegt: 'Dat vind ik een beetje jammer; 'Hij zit tussen twee banen in'

je bedoelt: ''Dat vind ik een teleurtstelling'. 'Hij is werkloos'

Slide 6 - Slide

Stijlfiguren: litotes
Een dubbele ontkenning om je woorden te benadrukken, je ontkent het tegenovergestelde van wat je bedoelt.
Je zegt: 'Ik ben niet ontevreden.' ; 'Dat is lang niet slecht van je'
Je bedoelt: 'Ik ben tevreden'; 'Dat is goed van je'

Slide 7 - Slide

Goed opgelet?
Geef in de volgende quizvragen van de woorden in HOOFDLETTERS aan welk stijlfiguur erbij hoort.

Slide 8 - Slide

Moet ik het nu VOOR DE DUIZENDSTE KEER zeggen? Deur achter je dicht!
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
litotes

Slide 9 - Quiz

Een deel van het personeel zal moeten AFVLOEIEN.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
litotes

Slide 10 - Quiz

'Ik heb EEN MAZZELTJE gehad', zei de winnaar van de jackpot.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
litotes

Slide 11 - Quiz

De verdediger schoot de strafschop HUIZENHOOG over.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
litotes

Slide 12 - Quiz

De kunstenaar was NIET TE ZUINIG geweest met de verf.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
litotes

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Die poolreizigers zullen het wel FRISJES hebben.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
litotes

Slide 16 - Quiz

Ik WORD KNETTERGEK van je gezeur.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
litotes

Slide 17 - Quiz

'Hij LUST WEL EEN BEETJE', zei mijn vader over zijn 4WD.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

'Dat is GEEN KATTENPIS', zei de interviewer tegen het slachtoffer.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
litotes

Slide 20 - Quiz

Helaas moest Kees zijn oude hond Willem laten INSLAPEN.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
litotes

Slide 21 - Quiz

De bewoners waren ONAANGENAAM VERRAST door de rellen in de wijk.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
litotes

Slide 22 - Quiz

Het ongeluk was veroorzaakt door een dame VAN GEVORDERDE LEEFTIJD.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
litotes

Slide 23 - Quiz

Hij rende DE BENEN UIT ZIJN LIJF om de bus te halen.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
litotes

Slide 24 - Quiz

HET GEWAPENDE CONFLICT heeft al aan duizenden burgers het leven gekost.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
litotes

Slide 25 - Quiz

Noem drie dingen die je deze les hebt geleerd?

Slide 26 - Open question

Wat vind je nog onduidelijk?

Slide 27 - Open question