Herhaling theorie argumenteren

Havo 4

Herhaling theorie argumenteren
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Havo 4

Herhaling theorie argumenteren

Slide 1 - Slide

Deze les
Herhaling theorie
Oefeningen maken
Afsluiting

Slide 2 - Slide

Standpunt

Standpunt: mening over iets
                       

Signaalwoorden: ik vind dat, volgens mij, ik denk dat, dus,                                                  daarom, kortom, mijn conclusie is

Slide 3 - Slide

Argument
Argument: verdediging of aanval van een standpunt
Signaalwoorden: want, omdat, namelijk, aangezien, immers

Feitelijke argumenten: waar of onwaar, controleerbaar (het is zo òf niet).          Ik ga boodschappen doen bij de Jumbo, want die zit bij mij om de hoek. 

Waarderende argumenten: argument geeft aan dat iets (on)wenselijk, (on)gepast, mooi of lelijk, goed of slecht is. 
Ik ga boodschappen doen bij de Jumbo, want ik vind het een fijne winkel. 

Slide 4 - Slide

Tegenargument en weerlegging
Tegenargument: ontkracht het standpunt of een argument.

Weerlegging: je ontkracht een argument


Slide 5 - Slide

Argumentatieschema's
argumentatie kan gebaseerd zijn op:
  1. oorzaak en gevolg
  2. kenmerk en eigenschap
  3. voor- en nadelen
  4. voorbeelden
  5. vergelijking
  6. autoriteit

Slide 6 - Slide

De opwarming van de aarde zorgt ervoor dat arme landen steeds meer problemen krijgen met hun watervoorziening. Zij hebben geen geld om water uit andere gebieden te halen, waardoor de tekorten aan drinkwater verder toenemen en het nog moeilijker wordt om voedsel te verbouwen
A
argumentatie op basis van vergelijking
B
argumentatie op basis van voorbeelden
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg.

Slide 7 - Quiz

Wij vonden het een prima appartement met een heerlijk terras en ideaal vlakbij zee. Negatief was dat de bedden compleet doorgelegen waren. Ook hadden wij nauwelijks warm water in de douche. En tot slot hadden wij erg veel kakkerlakken. Met kleine kinderen is dat niet echt prettig. Het waren gelukkig maar hele kleintjes, maar toch niet echt aangenaam. Al met al denk ik dat we de volgende keer toch een andere accommodatie boeken.
A
argumentatie op basis van vergelijking
B
argumentatie op basis van voor- en nadelen
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 8 - Quiz

Als Jett Rebel volgend jaar optreedt op Lowlands gaan we zeker weer naar het festival. Vorige keer was hij ook top.
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van vergelijking
C
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
D
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap

Slide 9 - Quiz

Klimaatverandering is zeker van invloed op de gezondheid van de mensen. Vooral oudere mensen kunnen slecht tegen hitte. Er zullen daardoor alleen in Europa al nog meer mensen overlijden dan de tienduizenden mensen die nu al per jaar door de hitte sterven.
A
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
argumentatie op basis van vergelijking
C
argumentatie op basis van voorbeelden
D
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap

Slide 10 - Quiz

Volgens zijn arts heeft hij bloedarmoede. Hij had namelijk allerlei symptomen die er op wijzen: last van vermoeidheid, hartkloppingen, duizeligheid, oorsuizingen en hoofdpijn.
A
argumentatie op basis van voor- en nadelen
B
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
C
argumentatie op basis van vergelijking
D
argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 11 - Quiz

Suiker blijkt veel ongezonder dan onverzadigd vet te zijn. Het Voedingscentrum presenteert dit in zijn nieuwe Schijf van Vijf en biedt alternatieven.
A
argumentatie op basis van autoriteit
B
argumentatie op basis van voorbeelden
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van vergelijking

Slide 12 - Quiz

Argumentatiestructuur
De argumentatiestructuur is een weergave van de wijze waarop in een tekst of tekstdeel argumenten met elkaar en met het standpunt samenhangen.

We onderscheiden drie basisvormen van argumentatie:

Enkelvoudige argumentatie
Onderschikkende argumentatie
Nevenschikkende argumentatie

Slide 13 - Slide

Enkelvoudige argumentatie
Een standpunt met één argument. 



Slide 14 - Slide

Onderschikkende argumentatie
Een argumentatie waarin twee of meer argumenten gezamenlijk het standpunt ondersteunen.

Slide 15 - Slide

Nevenschikkende argumentatie
Een argumentatie waarin twee of meer argumenten gezamenlijk het standpunt ondersteunen.
De argumenten in nevenschikkende argumentatie kunnen:
- onafhankelijk (ze vormen ieder op zich een zelfstandig argument voor het standpunt) of



- afhankelijk zijn (ze zijn samen nodig om het standpunt te ondersteunen).



Slide 16 - Slide

Blokjesschema maken
Maak en benoem de argumentatiestructuur die bij deze tekst hoort. 

Sommige planken zijn verrot. Je kunt de schimmel erop zien zitten. Bovendien zijn de bovenste planken verkleurd, omdat de zon de vorige zomer erg veel en fel heeft geschenen. Daarom kunnen we de schutting net zo goed helemaal vervangen.

Slide 17 - Slide

Antwoord
Sommige planken zijn verrot (A). Je kunt de schimmel erop zien zitten (B). Bovendien zijn de bovenste planken verkleurd (C), omdat de zon de vorige zomer erg veel en fel heeft geschenen (D). Daarom kunnen we de schutting net zo goed helemaal vervangen (E).                                            E
                                                                    A         C
                                                                    B         D

Slide 18 - Slide

Drogredenen
Fouten in de argumentatie. 

Twee groepen:
  1. onjuist gebruik van argumentatieschema's
  2. overtreden van discussieregels

Slide 19 - Slide

Het geschiedenisonderwijs kan beter worden afgeschaft. Wat gebeurd is, is gebeurt. Een versleten jas gooi je toch ook weg?
A
Cirkelredenering
B
Vertekenen van het standpunt
C
Onjuist beroep op kenmerk of eigenschap
D
Verkeerde vergelijking

Slide 20 - Quiz

Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeluk gehad, dus het rijden met een e-bike is gevaarlijk.
A
Onjuist beroep op kenmerk of eigenschap
B
Onjuist beroep op oorzaak en gevolg
C
Onjuist beroep op basis van autoriteit
D
Overhaaste generalisatie

Slide 21 - Quiz

Dus jij vindt dat Natuurmonumenten geen goed werk verricht? Het milieu interesseer jou niets.
A
Vals dilemma
B
Ontduiken van de bewijslast
C
Vertekenen van het standpunt
D
Persoonlijke aanval

Slide 22 - Quiz

Ik ben tegen de doodstraf. Ieder weldenkend mens is toch tegen!
A
Vals dilemma
B
Vertekenen van het standpunt
C
Ontduiken van de bewijslast
D
Bespelen van het publiek

Slide 23 - Quiz

Hardlopen is helemaal niet gezond. Bij de marathon van vorige week is een man in elkaar gezakt en ter plekke overleden aan een hartaanval.
A
Overhaaste generalisatie
B
Overdrijven van voor- en nadelen
C
Onjuist beroep op kenmerk of eigenschap
D
Onjuist beroep op het oorzaak-gevolgschema

Slide 24 - Quiz

Opdrachten maken
- Ga naar 'Nieuw Nederlands online'
- Ga naar cursus 6, argumenteren
- Maak oefeningen uit de eerste 3 paragrafen
- De volgende les gaan we werken aan paragraaf 4: drogredenen

Slide 25 - Slide

Afsluiting
Vragen?

Donderdag opgeladen laptop mee, want we gaan online verder oefenen met drogredenen

Slide 26 - Slide