2.3 De Romeinse samenleving (2/2)

De Romeinse samenleving 2.3
Tijdvak 2 Grieken & Romeinen (3000 v.Chr. tot 500 n.Chr.) 

1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

De Romeinse samenleving 2.3
Tijdvak 2 Grieken & Romeinen (3000 v.Chr. tot 500 n.Chr.) 

Slide 1 - Slide

Programma 
1. Voorkennis  leerdoel 10 & 11                                                     (10 min)
2. Bespreken leerdoel 12                                                               (10 min)
3. Huiswerk                                                                                          (20 min)
4. Herhalen                                                                                           (10 min) 

Slide 2 - Slide

Surfen!
1. Ga naar LessonUp.com
2. Vul de lesCode in die op het bord staat.

Slide 3 - Slide

Test leerdoel 2: Geef tenminste drie kenmerken van een Griekse stadstaat.

Slide 4 - Open question

Test leerdoel 3: Athene had een democratie. Wat is dit?
A
Een bestuur met twee koningen
B
Een bestuur waarin de rijken alles beslissen
C
Een bestuur waarbij het volk beslist
D
Een bestuur waarin niemand mag beslissen

Slide 5 - Quiz

(leerdoel 4) Wat zijn mythen?
A
Verhalen over de Olympische spelen.
B
Verhalen over de Griekse filosofie.
C
Verhalen over goden, halfgoden en helden.
D
Verhalen over de oorsprong van dieren.

Slide 6 - Quiz

2 punten a) Leg uit hoe rampspoed en natuurverschijnselen werden verklaard door de Grieken NA 600 v.Chr.
Stappenplan openvraag
STAPPENPLAN openvraag!
  1. Neem altijd een deel van de vraag over, doe dit zo: rampspoed en natuurverschijnselen werden verklaard door:....
  2. Leg begrippen uit als deze erin staan.
  3. Lees je antwoord na. 

Slide 7 - Open question

Welke drie kenmerken zie jij terug in dit oud-Griekse beeld?

Slide 8 - Open question

4. Je kunt uitleggen welke rol godenverhalen en wetenschap hadden in de Griekse cultuur. 
  • Voor 600 n.Chr.: gebeurtenissen uit het dagelijks leven: werden verklaard aan de hand van goden. (godenverhalen worden mythen genoemd). 

  • vanaf 600 v.Chr: door wetenschap: door nauwkeurig onderzoek te doen achter de waarheid komen. 

Slide 9 - Slide

Leerdoelen les 2 - Romeinse samenleving
8  Je kunt uitleggen wie de macht had in de Romeinse Republiek. 

9 Je kunt uitleggen wie de macht had in het Romeinse keizerrijk.  

Slide 10 - Slide

1 A) Beschrijf hoe de Romeinse Republiek werd bestuurd aan de hand van de begrippen: Senaat & consuls
1 B) Leg uit voor welke twee dingen Keizer augustus zorgden nadat hij alleen de macht had.

Slide 11 - Open question

a. Leg uit wat een Republiek is.
b. Leg uit wie er in de Senaat zaten.
c. Noem twee taken van een consul.

Slide 12 - Open question

8. Je kunt uitleggen wie de macht had in de Romeinse Republiek. 
Romeinen joegen koning weg! 
  • Rome werd een Republiek: een land zonder koning. 
  • Bestuur door Senaat: groepje rijke mannen uit machtige families. 
  • En Consuls: de belangrijkste bestuurders van Rome EN legeraanvoerders! 
  • Julius Caesar (Consul) werd zo machtig dat de Senaat hem in 44 v.Chr. liet vermoorden. 

Slide 13 - Slide

9. Je kunt uitleggen wie de macht had in het Romeinse keizerrijk.

  • Kreeg de Senaat de macht terug?  
  • Nee! Geadopteerde zoon van Caesar:  Augustus versloeg alle tegenstanders. En kreeg vanaf 27 v.Chr. de macht in het Romeinse rijk. Noemde zichzelf Caesar (Keizer) 
  • Rust, vrede en welvaart voor het keizerrijk van Rome voor maar liefst 200 jaar! 

Slide 14 - Slide

Leerdoel & huiswerk 
10. Jij kunt vijf sociale lagen uit de Romeinse samenleving beschrijven. (blz. 92 & 93)
- beschrijf vijf sociale lagen!

Slide 15 - Slide

2.3 vijf sociale lagen
10.  Jij kunt vijf sociale lagen uit de Romeinse samenleving beschrijven. (blz. 92 & 93) 
- beschrijf vijf sociale lagen!



Slide 16 - Slide

12. Ik kan vijf sociale lagen uit de Romeinse samenleving beschrijven.

  1. Rijke bovenlaag: families met macht 
  2.  Handelaren & ambachtslieden (steden) 
  3. Boeren op platteland 
  4. Armen zonder werk: sjouwen
  5. Slaven 

Slide 17 - Slide

Leerdoel & huiswerk 
13.  Je kunt twee voorbeelden noemen van de Grieks-Romeinse cultuur.
Lezen: blz. 94
Maken: 10a t/m 12c
Klaar?  Maak samengevat op 96


Slide 18 - Slide