Domein H Gedrag bij mens en dier


Domein H Gedrag bij mens en dier
1 / 66
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 66 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Domein H Gedrag bij mens en dier

Slide 1 - Slide


Samenvatting

Slide 2 - Slide

Gedrag
is alles wat een mens of dier doet

Slide 3 - Slide

Waarom?
  1. Welke functie heeft gedrag in de natuur?
  2. Wat is de directe aanleiding voor gedrag?
  3. Hoe ontstaat gedrag tijdens de ontwikkeling van een dier?


Slide 4 - Slide

Daarom!
  1. Succesvol gedrag leidt tot overleving, groei en voortplanting
  2. Gedrag ontstaat als reactie op inwendige en uitwendige prikkels
  3. Succesvol gedrag wordt geleerd door: inprenting, gewenning, imitatie, oefening, operant- en klassiek conditioneren en inzicht.

Slide 5 - Slide

Sleutelprikkel
Een prikkel die een doorslaggevende rol speelt bij het ontstaan van bepaald gedrag (door sterkere motivatie)


Slide 6 - Slide

Supranormale prikkel
Een overdreven sleutelprikkel -> geeft een extra sterke respons


Slide 7 - Slide

Op de grens van een territorium = conflict!
Overspronggedrag: het dier toont gedrag dat niet bij de situatie past (twee even sterke gedragssystemen, bijv. aanvallen en vluchten, waardoor het dier gedrag vertoont dat niet nuttig is. Zoals: veren poetsen, krabben op hoofd)


Slide 8 - Slide

Op de grens van een territorium = conflict!

Omgericht gedrag: twijfelende dier richt zijn agressie op iets anders dan de soortgenoot


Slide 9 - Slide

Voortplantingsgedrag
Baltsgedrag: partner lokken en versieren
  • Overdreven signalen/rituelen
  • Vergroot bereidheid tot paring
  • Vermindert agressie
  • Soortspecifiek

-> voorbereiding op daadwerkelijke paring en broedzorg


Slide 10 - Slide


Welk gedrag is bij de geboorte al aanwezig?

Slide 11 - Slide

Reflexen
Aangeboren gedrag = stereotype reactie op prikkel

Andere voorbeelden
  • Zuigreflex zuigelingen
  • Slikreflex




Slide 12 - Slide

Instinct
Complex erfelijk gedrag afhankelijk van externe prikkels (temperatuur/licht) en interne (hormonen) prikkels

Andere voorbeelden
  • Duikgedrag jonge hazen
  • Spergedrag jonge vogels

Slide 13 - Slide

Leren
= aangeboren gedrag verfijnen = goed aanpassen aan omgeving = GROTERE OVERLEVINGSKANS!

  • Inprenten
  • Gewenning
  • Trial and error
  • Imitatie
  • Conditioneren
  • Inzicht


Slide 14 - Slide

Inprenten

leren in een
gevoelige periode

(vlak na de geboorte, net uit het ei..)

Slide 15 - Slide

Gewenning
Na herhaling een reactie (reflex) afleren, 

als de reactie niet nuttig blijkt te zijn.


Slide 16 - Slide

Gewenning

Na herhaling een reactie (reflex) afleren, als de reactie niet nuttig blijkt te zijn.


Slide 17 - Slide

Trial and error

Met vallen en opstaan; leren door te oefenen

Heet ook wel; proefondervindelijk leren

Slide 18 - Slide

Imitatie

leren door na te doen

Slide 19 - Slide

Pavlov-reactie

door een geconditioneerd reflex veroorzaakt een kunstmatige prikkel een bepaald gedrag (respons) dat oorspronkelijk niet door die prikkel werd veroorzaakt

Slide 20 - Slide

Inzicht
Door ervaringen uit het verleden op een andere wijze te combineren vindt een organisme een oplossing van een probleem in een nieuwe situatie

Slide 21 - Slide

Ethogram: een lijst met akortingen en beschrijvingen van handelingen (stukje gedrag)

Slide 22 - Slide

Protocol

Gedragsketens bepalen (opeenvolgende handelingen)
  • Hoe vaak
  • Hoelang
  • Welke volgorde = gedragsketen




Slide 23 - Slide

Resultaat
Kies altijd voor een staafdiagram!

Let op: 
  • Titel
  • Legenda
  • Benoemen X- en Y-as (grootheid, eenheid)
  • Mooie stapgrootte op de assen
  • Netjes tekenen

Slide 24 - Slide

Gedrag
is alles wat een mens of dier doet

Slide 25 - Slide

Waarom?
  1. Welke functie heeft gedrag in de natuur?
  2. Wat is de directe aanleiding voor gedrag?
  3. Hoe ontstaat gedrag tijdens de ontwikkeling van een dier?


Slide 26 - Slide

Daarom!
  1. Succesvol gedrag leidt tot overleving, groei en voortplanting
  2. Gedrag ontstaat als reactie op inwendige en uitwendige prikkels
  3. Succesvol gedrag wordt geleerd door: inprenting, gewenning, imitatie, oefening, operant- en klassiek conditioneren en inzicht.

Slide 27 - Slide

Motivatie
  • Wat kost het vangen (tijd, energie, risico)
  • Wat levert het op (hoe groot is de prooi)
  • Hoe hard heb ik het nodig?




Slide 28 - Slide

Motivatie
  • Als de optelsom boven de drempelwaarde komt, is de motivatie groot genoeg om bepaald gedrag te vertonen.




Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Sleutelprikkel

Een uitwendige prikkel die vrijwel altijd lijdt tot dezelfde reactie van een dier.

Slide 31 - Slide

Sleutelprikkel
Een prikkel die een doorslaggevende rol speelt bij het ontstaan van bepaald gedrag (door sterkere motivatie)


Slide 32 - Slide

Wat zal er nu gebeuren???

Slide 33 - Slide

Supranormale prikkel
Een overdreven sleutelprikkel -> geeft een extra sterke respons


Slide 34 - Slide

Je moet het slim spelen...

Slide 35 - Slide

Welk voordeel heeft de samenwerking van de spreeuwen?

Slide 36 - Open question

Welk voordeel heeft de samenwerking van de naakte molratten?

Slide 37 - Open question

Territorium
Een eigen plek met (ruimte voor):
  • Voedsel
  • Paren
  • Nest
  • Jongen grootbrengen
  • Duidelijkheid (= minder gevechten)
Samenwerken!!

De plaats van het nestteritorium en het voedselterritorium is van invloed op voortplantingssucces...

Slide 38 - Slide

Territoriumgedrag
Afbakenen: al het gedrag dat te maken heeft met het uitzetten en verdedigen van een territorium
  • Zang en geluiden
  • Sproeien
  • Merktekens
  • "Vuile" blikken
  • Vechten

Wordt veroorzaakt door inwendige en uitwendige prikkels

Slide 39 - Slide

Op de grens van een territorium = conflict!
  • Aanvalsgedrag: agressief
  • Vluchtgedrag
  • Dreiggedrag: bepalen wie de sterkste is, zonder te vechten (signalen; tanden laten zien, staart omhoog)


Slide 40 - Slide

Op de grens van een territorium = conflict!
Overspronggedrag: het dier toont gedrag dat niet bij de situatie past (twee even sterke gedragssystemen, bijv. aanvallen en vluchten, waardoor het dier gedrag vertoont dat niet nuttig is. Zoals: veren poetsen, krabben op hoofd)


Slide 41 - Slide

Op de grens van een territorium = conflict!

Omgericht gedrag: twijfelende dier richt zijn agressie op iets anders dan de soortgenoot


Slide 42 - Slide

Slide 43 - Video

Voortplantingsgedrag
Baltsgedrag: partner lokken en versieren
  • Overdreven signalen/rituelen
  • Vergroot bereidheid tot paring
  • Vermindert agressie
  • Soortspecifiek

-> voorbereiding op daadwerkelijke paring en broedzorg


Slide 44 - Slide

Samenleven: taakverdeling

Slide 45 - Slide

Samenleven
  • Solitair: onafhankelijk (jaguar, panda, zeeschildpad)
  • Leven in groepen (insecten, vissen, vogels en zoogdieren) 

  • Monogaam: paar gedurende één seizoen of het hele leven (vissen, vogels, zoogdieren)
  • Polygaam: één persoon heeft meerdere partners tegelijk (polygynisch en polyandrisch)


-> elke manier van leven heeft eigen voor- en nadelen!

Slide 46 - Slide


Welk gedrag is bij de geboorte al aanwezig?

Slide 47 - Slide

Reflexen
Aangeboren gedrag = stereotype reactie op prikkel

Andere voorbeelden
  • Zuigreflex zuigelingen
  • Slikreflex




Slide 48 - Slide

Instinct
Complex erfelijk gedrag afhankelijk van externe prikkels (temperatuur/licht) en interne (hormonen) prikkels

Andere voorbeelden
  • Duikgedrag jonge hazen
  • Spergedrag jonge vogels

Slide 49 - Slide

Leren
= aangeboren gedrag verfijnen = goed aanpassen aan omgeving = GROTERE OVERLEVINGSKANS!

  • Inprenten
  • Gewenning
  • Trial and error
  • Imitatie
  • Conditioneren
  • Inzicht


Slide 50 - Slide

Inprenten

leren in een
gevoelige periode

(vlak na de geboorte, net uit het ei..)

Slide 51 - Slide

Gewenning
Na herhaling een reactie (reflex) afleren, 

als de reactie niet nuttig blijkt te zijn.


Slide 52 - Slide

Gewenning

Na herhaling een reactie (reflex) afleren, als de reactie niet nuttig blijkt te zijn.


Slide 53 - Slide

Trial and error

Met vallen en opstaan; leren door te oefenen

Heet ook wel; proefondervindelijk leren

Slide 54 - Slide

Imitatie

leren door na te doen

Slide 55 - Slide

Conditioneren: Leren door belonen / straffen 
Oefening baart ........

Slide 56 - Slide

Pavlov-reactie

door een geconditioneerd reflex veroorzaakt een kunstmatige prikkel een bepaald gedrag (respons) dat oorspronkelijk niet door die prikkel werd veroorzaakt

Slide 57 - Slide

Inzicht
Door ervaringen uit het verleden op een andere wijze te combineren vindt een organisme een oplossing van een probleem in een nieuwe situatie

Slide 58 - Slide

Ethologie
Het bestuderen van gedrag van dieren/mensen
  • Oorzaak gedrag
  • Doel gedrag

Slide 59 - Slide

Bestuderen (van gedrag)
Objectief: feitelijke waarnemingen 

Subjectief: bevat een interpretatie

Antropomorfisme: toekennen van menselijke gevoelens / bewustzijn / motivatie aan organismen zonder bewijs


Slide 60 - Slide

Bestuderen (van gedrag)
Echt objectief: rond voorwerp, ingedeukt aan de bovenzijde. Rood van kleur met groene stippen van 2 mm doorsnede, etc.

Objectief: afbeelding van een appel

Subjectief: appel

Antropomorfisme: Deze appel toont met zijn kleur aan dat hij opgegeten wil worden, zodat zijn zaden verspreid worden.




Slide 61 - Slide

Ethogram: een lijst met akortingen en beschrijvingen van handelingen (stukje gedrag)

Slide 62 - Slide

Protocol

Gedragsketens bepalen (opeenvolgende handelingen)
  • Hoe vaak
  • Hoelang
  • Welke volgorde = gedragsketen




Slide 63 - Slide

Tijdsbesteding (hoelang)

Noteer elke 10 seconden wat het dier op dat moment doet.

-> De 'hoe vaak' en 'volgorde' vragen kan je hier ook uit halen


Slide 64 - Slide

Resultaat
Kies altijd voor een staafdiagram!

Let op: 
  • Titel
  • Legenda
  • Benoemen X- en Y-as (grootheid, eenheid)
  • Mooie stapgrootte op de assen
  • Netjes tekenen

Slide 65 - Slide

Zelfstandig aan de slag

Maak alle samenvatting vragen en examenvragen van         boekje H Gedrag mens en dier.
Klaar? Ook nakijken en verbeteren!

Slide 66 - Slide