This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Oefentoets H5
Slide 1 - Slide
Programma
Oefentoets in Lesson up (40 min)
Slide 2 - Slide
Een ander woord voor de Rijksoverheid is
A
De eerste kamer
B
De tweede kamer
C
Het rijk
Slide 3 - Quiz
Iets waar iedereen gratis of bijna gratis gebruik van kan maken.
A
Collectieve voorziening
B
Collectieve sector
C
Particulier gebruiksgoed
D
Particuliere sector
Slide 4 - Quiz
Wie regels alles in de plaats waar jij woont?
A
De overheid
B
De provincie
C
het rijk
D
de gemeente
Slide 5 - Quiz
De infrastructuur bestaat uit voorzieningen voor...
A
Goede communicatie
B
Goed vervoer
C
Een goede communicatie en goed vervoer
Slide 6 - Quiz
Een financiële bijdrage die de overheid geeft om iets aan te moedigen
A
Accijns
B
Waterschap
C
Subsidie
D
Verzorgingsstaat
Slide 7 - Quiz
Hierdoor worden producten duurder. Onder andere benzine en sigaretten zijn hierdoor veel duurder.
A
Subsidie
B
Accijnzen
C
Waterschappen
D
Verzorgingsstaat
Slide 8 - Quiz
Er zijn twee sociale verzekering: Werknemersverzekeringen en Volksverzekeringen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quiz
1. Volksverzekeringen gelden voor iedereen. 2. Werknemersverzekeringen gelden alleen voor mensen die werken
A
1= juist
2= onjuist
B
1= onjuist
2=juist
C
Beide zijn onjuist
D
Beide zijn juist
Slide 10 - Quiz
Iedereen heeft recht op een AOW- uitkering als de AOW-leeftijd bereikt is.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quiz
Iedereen in Nederland mag gebruik maken van de collectieve goederen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quiz
Bedrijven die samen met de overheid goederen en diensten verzorgen behoren tot de...
A
Particuliere sector
B
Collectieve sector
C
Privatisering
D
Particuliere instanties
Slide 13 - Quiz
Welk begrijp past bij: bedrijven die eerst van de overheid waren maar nu naar de particuliere sector gaan noemt men ook wel
A
Collectieve sector
B
Privatisering
C
Onroerendezaakbelasting
D
OZB
Slide 14 - Quiz
De rijksbegroting is een toelichting op de miljoenennota
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quiz
Als de Nederlandse staat meer uitgeeft dan er binnen komt dan is er een...
A
Begrotingsoverschot
B
Begrotingstekort
C
Rijksbegroting
D
Miljoenennota
Slide 16 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een niet-belastingontvangst van de overheid?
A
Belasting op vermogen
B
loonbelasting
C
BTW
D
Verkeersboetes
Slide 17 - Quiz
De provincie Utrecht heeft 490.000 inwoners, verdeeld over 12 gemeentes. Bereken het gemiddelde aantal inwoners per gemeente. (…. inwoners)
Slide 18 - Open question
Op de begroting van een theater staat een bedrag van €1,5 miljoen aan inkomsten. 45%van de inkomsten is subsidie. Bereken welk bedrag dit theater aan subsidie krijgt? (€...)