bs 1 + 2

Periode 2
2 hoofdstukken, 2 toetsen.
H2 voortplanting
H3 genetica
1 / 40
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 40 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Periode 2
2 hoofdstukken, 2 toetsen.
H2 voortplanting
H3 genetica

Slide 1 - Slide

Voortplanting
Cellen planten voort door celdeling.

Moedercel -> 2 dochtercellen
Dochtercellen dezelfde genetische info als moeder.

Slide 2 - Slide

geslachtelijk/ongeslachtelijk
Geslachtelijk: voortplanting door eicel en zaadcel, DNA van nakomelingen verschilt van ouders.
Ongeslachtelijk: zonder eicel en zaadcel, DNA blijft hetzelfde.

We zoomen in op ongeslachtelijke voortplanting.

Slide 3 - Slide

ongeslachtelijk
Op natuurlijke wijze:
Door celdeling. Genetisch identiek aan ouder.

Bacteriën, schimmels, planten en sommige dieren kunnen ongeslachtelijk voortplanten.

Slide 4 - Slide

Kunstmatige wijze
Stekken
Weefselkweek
Nakomelingen uit ongeslachtelijke voortplanting noem je klonen

Slide 5 - Slide

Voordelen ongeslachtelijke voortplanting
Er is maar 1 organisme voor nodig.
Geschikte partner zoeken kost tijd + energie, dit hoeft niet.
Bij geslachtelijke voortplanting kan de helft van de populatie  maar kinderen krijgen. Dus als een vrouw 2 kinderen krijgt dan blijft de populatiegrootte gelijk.
Als een bacterie zich deelt (ongeslachtelijk) dan verdubbelt dit de populatie.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Mitose
Celcyclus: zie Binas.
Niet elke cel deelt even vaak.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

DNA replicatie
Ontstaan 2 chromatiden.

Slide 10 - Slide

Mitose fasen
Zie blz 76 in binas.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Klonen
Kan dus door alle chromosomen uit een lichaamscel in een lege eicel te brengen.
Kan ook door embryosplitsing.

Slide 13 - Slide

Pak je BINAS
Neem tabel 76 voor je.
In 2-tallen: leg aan elkaar uit wat je ziet.

Slide 14 - Slide

Maken
4-10

Slide 15 - Slide

Bs 2: geslachtelijke voortplating
voordelen?

Slide 16 - Slide

voordelen van geslachtelijke voortplanting

Meer variatie bij nakomelingen, zorgt voor hogere overlevingskans.

Er worden minder mutaties doorgegeven aan nageslacht.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Chromosomenparen

Slide 19 - Slide

Lichaamscel
Mens heeft in elke cel 46 chromosomen.
Die liggen in paren=23 paar.
n=hoeveel verschillende chromosomen zijn er?
Bij mens dus 23 (maar je hebt er overal 2 van). Dus 2n =46

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Hoe ontstaan haploïde cellen?
Meiose. Zie BINAS tabel 76

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Voortplanting plant

Een plant kan zich ook geslachtelijk voortplanten.

Zaadcellen?
Eicellen?
''kind''?

Slide 25 - Slide

Voortplanting plant
Eicel en stuifmeelkorrel zijn beide haploïd (n)
Samen krijg je weer een diploïde cel (2n)
Zaden die hieruit ontstaan zijn genetisch dus niet gelijk aan de ''ouders''.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Maken
13 - 15

Slide 29 - Slide

Zaadcellen
Buiten lichaam binnen 5 minuten dood.
In lichaam van een vrouw +- 24-48 in leven (max 5 dagen).

Slide 30 - Slide

Samen kijken naar vraag
16

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Eicellen
Bij geboorte zijn alle eicellen al aanwezig, maar bevinden zich in de beginfase van meiose. Ze zijn dus nog diploïd.

Elke eicel is omgeven door een blaasje: follikel.
Vanaf de pubertijd neemt elke maand 1 follikel vocht op waardoor deze groeit en de meiose in de eicel verder gaat.

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

eicel
follikel=blaasje met jonge eicel
Door opnemen van het vocht knapt het follikel open:ovulatie

follikelweefsel wat overblijft noemen we het gele lichaam.

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Bevruchting

Slide 38 - Slide

Eeneiig: 1 ei + 1 zaadcel
DNA precies hetzelfde

Twee-eiig: 2 eicellen + 2 zaadcellen
Net zo verwant als gewone broer/zus

Slide 39 - Slide

maken
18-20

Slide 40 - Slide