Thema 1 'Planten'

Bij de fotosynthese in planten ontstaat glucose
A
waar
B
niet waar
1 / 30
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bij de fotosynthese in planten ontstaat glucose
A
waar
B
niet waar

Slide 1 - Quiz

Glucose is geen energierijke stof
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

Hoeveel meeldraden heeft deze bloem?
A
1
B
2
C
4
D
5

Slide 3 - Quiz


Wat is de functie van meeldraden?
A
Ze hebben een mooie kleur
B
Ze maken stuifmeel aan
C
Ze lokken insecten

Slide 4 - Quiz

Op de afbeelding hiernaast is schematisch een bloem weergeven. Hoe heet onderdeel nummer 7?
A
meeldraad
B
helmdraad
C
helmknop
D
stengel

Slide 5 - Quiz

Bij de verbranding in organismen ontstaat koolstofdioxide.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Fotosynthese vindt plaats in de bladgroenkorrels van een plantencel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Een plant kan glucose opslaan in zijn wortels
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

De bastvaten vervoeren ...... ...... ....... .... van de bladeren naar alle delen van de plant.
A
water met opgeloste mineralen
B
water met opgeloste suikers

Slide 9 - Quiz

Bij een bloem met rood gekleurde kroonbladeren vindt bestuiving plaats doormiddel van ...
A
insecten
B
de wind

Slide 10 - Quiz

Bij een bloem die sterk geurt vindt de bestuiving plaats via ...
A
de wind
B
insecten

Slide 11 - Quiz

Elk zaadje in het klokkenhuis van een appel is ontstaan uit één zaadbeginsel.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Wanneer er bij een bloem bestuiving heeft plaatsgevonden, dan groeit er uit het vruchtbeginsel een vrucht (bijvoorbeeld een appel, mandarijn, paprika)
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Je ziet een vlinder bij een bloem. Waarom vliegen vlinders van bloem naar bloem?
A
Om de plant te bevruchten
B
Om nectar te drinken
C
Om zaden te verspreiden

Slide 14 - Quiz

De bloem van P is?
De bloemen van Q zijn?
A
P Eenslachtig Q Tweeslachtig
B
P Tweeslachtig Q Eenslachtig
C
P Eenslachtig Q Eenslachtig
D
P Tweeslachtig Q Tweeslachtig

Slide 15 - Quiz


Wat voor bloem is dit?
A
Insectenbloem
B
Windbloem

Slide 16 - Quiz

Deze bloem is een ...
A
Insectenbloem
B
Windbloem
C
-
D
-

Slide 17 - Quiz

Welk cijfer geeft de stamper aan?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 18 - Quiz

Welk cijfer geeft een kelkblad aan?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 19 - Quiz

Hoe noem je het maken van energierijke stoffen door organismen?
A
assimilatie
B
fotosynthese
C
glucose
D
verbranding

Slide 20 - Quiz

Hoe heet een vrouwelijke geslachtscellen van een plant?
A
Een meeldraad
B
Een helmknop
C
Een zaadbeginsel
D
Een eicel

Slide 21 - Quiz

Wat nemen planten uit de lucht op?
A
Zuurstof
B
Zonlicht
C
Koolstofdioxide
D
Water

Slide 22 - Quiz

Een plant kan zijn eigen voedsel maken. In welke delen van de plant wordt dit voedsel zeker niet gemaakt?
A
Bladeren
B
Stengel
C
Wortels

Slide 23 - Quiz


Een deel van een plant groeit uit tot een nieuwe plant.

Is er dan sprake van geslachtelijke of ongeslachtelijke voortplanting?



A
geslachtelijke voortplanting
B
ongeslachtelijke voortplanting
C
zowel geslachtelijke als ongeslachtelijke voortplanting

Slide 24 - Quiz

Wat is geen voorbeeld
van ongeslachtelijke voortplanting bij planten?
A
Deling en stekken
B
Bollen en knollen
C
Uitlopers en wortelsstokken
D
Stuifmeelkorrels en eicellen

Slide 25 - Quiz


Wat is de plantencel?
timer
0:20
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 26 - Quiz

Je ziet een plant met hele grote opvallende bloemen. Op welke manier plant deze zich voort?
A
met behulp van insecten
B
met behulp van de wind

Slide 27 - Quiz

Welk 'orgaantje' in de plantencel is gevuld met vocht waardoor de plant stevigheid heeft?
A
Celkern
B
Bladgroenkorrel
C
Vacuole
D
Celwand

Slide 28 - Quiz

Hoe heet een mannelijke geslachtscel van een plant?
A
Stamper
B
Stempel
C
Helmknop
D
Stuifmeelkorrel.

Slide 29 - Quiz

Wat is bij een plant het vrouwelijke voortplantingsorgaan?
A
Meeldraad
B
Kroonblad
C
Stamper
D
Bloembodem

Slide 30 - Quiz