SE hst 5 en 6

Wat moet je goed leren voor het se:

- de leerstof (tekst hst 5 en 6)
- de kenmerkende aspecten ( óók 2 t/m 4)
- de begrippen (woordenlijst)
1 / 28
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat moet je goed leren voor het se:

- de leerstof (tekst hst 5 en 6)
- de kenmerkende aspecten ( óók 2 t/m 4)
- de begrippen (woordenlijst)

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Waarop hebben politieke oorzaken en gevolgen betrekking?

Slide 3 - Open question

Waarop hebben sociale oorzaken en gevolgen betrekking?

Slide 4 - Open question

Waarop hebben culturele oorzaken en gevolgen betrekking?

Slide 5 - Open question

Sociaal economische verschillen hebben te maken met:
A
verschillen in rijkdom
B
verschillen in politieke status
C
verschillen in geloof
D
verschillen in beroep

Slide 6 - Quiz

Opbouw antwoord
- Herhaling vraag
- Uitleg
- Conclusie
Een antwoord bestaat dus altijd uit drie onderdelen!

Slide 7 - Slide

Onderwerpen hst 5 (1500-1600)
- De Renaissance
- De Europese expansie
- De Reformatie
- De Nederlandse Opstand

Slide 8 - Slide

Welke vragen heb je over de onderwerpen van tijdvak 5?

Slide 9 - Mind map

Welke vragen heb je over de onderwerpen van tijdvak 6?

Slide 10 - Mind map

Onderwerpen hst 6 (1600-1700)
- Een wereldeconomie
- De Gouden Eeuw van Nederland
- Het absolutisme
- De wetenschappelijke revolutie

Slide 11 - Slide

Wat past niet bij de Renaissance?
A
Mens centraal
B
Klassieke Oudheid
C
Zelf onderzoek doen
D
Aflatenhandel

Slide 12 - Quiz

Wat is geen verklaring voor het feit dat de Renaissance in Italië begon?
A
Daar was nog veel van de Romeinen
B
Minder mensen gingen daar dood aan de pest
C
Rijke stedelingen wilden rijkdom tonen
D
Er was veel handel met het Midden-Oosten

Slide 13 - Quiz

Renaissance of Middeleeuwen?
A
Renaissance
B
Middeleeuwen

Slide 14 - Quiz

Renaissance of Middeleeuwen?
A
Renaissance
B
Middeleeuwen

Slide 15 - Quiz

Wat is zowel een oorzaak voor als een gevolg van de ontdekkingsreizen?
A
Uitvinding kompas
B
Verbeterde kaarten
C
Betere schepen

Slide 16 - Quiz

Bij welke hervormer(s) hoort de predestinatieleer?
A
Alleen bij Calvijn
B
Alleen bij Luther
C
Zowel bij Calvijn als bij Luther
D
Bij de Katholieke kerk

Slide 17 - Quiz

Wat is geen oorzaak van de Nederlandse Opstand?
A
Centralisatiepolitiek
B
Kettervervolgingen
C
Moord Willem van Oranje
D
Armoede en honger

Slide 18 - Quiz

Bij welk kenmerkend aspect past deze bron?
A
Het veranderende mens- en wereldbeeld van de Renaissance
B
Het begin van de Europese overzeese expansie
C
De protestantse reformatie die de splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had
D
Het conflict in de Nederlanden, dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat

Slide 19 - Quiz

Bij welk kenmerkend aspect past deze bron?
A
Het veranderende mens- en wereldbeeld van de Renaissance
B
Het begin van de Europese overzeese expansie
C
De protestantse reformatie die de splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had
D
Het conflict in de Nederlanden, dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat

Slide 20 - Quiz

Bij welk kenmerkend aspect past deze bron?
A
Het veranderende mens- en wereldbeeld van de Renaissance
B
Het begin van de Europese overzeese expansie
C
De protestantse reformatie die de splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had
D
Het conflict in de Nederlanden, dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat

Slide 21 - Quiz

De VOC werd op initiatief van de Staten-Generaal opgericht, omdat...
A
Andere landen ook handelscompagnieën oprichtten
B
De winsten in de Republiek daalde doordat de concurrentie onder de vele handelscompagnieën moordend was
C
De scheepsbouw te stimuleren. Meer schepen leverde meer geld op.
D
De Staten-Generaal graag landen wilden veroveren

Slide 22 - Quiz

In de Republiek was de macht in handen van ....
A
Regering
B
Adel
C
Regenten
D
Koning

Slide 23 - Quiz

1585 was een rampjaar voor Antwerpen, maar niet voor de noordelijke gewesten. Leg uit.

Slide 24 - Open question

Wat is GÉÉN kenmerk van het absolutisme onder Lodewijk XIV?
A
Economische politiek van het mercantilisme
B
Bevorderen van de machtspositie van de adel
C
De hofcultuur van Versailles
D
Centralisatie van het landsbestuur

Slide 25 - Quiz

De Wetenschappelijke Revolutie was
A
Een tijd waarin vrouwen meer wetenschap gingen beoefenen.
B
Een tijd waarin wetenschap binnen 10 jaar heel erg veranderde.
C
Een tijd waarin wetenschap veranderde.
D
Een tijd waarin smartphones belangrijk werden.

Slide 26 - Quiz

Anatomie van insecten
Telescoop
Microscoop
Zon is middelpunt
sterren zijn planeten
Galileo
Kepler
Van Leewenhoek
Huygens
Swammerdam

Slide 27 - Drag question

Zijn er nog vragen?

Slide 28 - Mind map