verzamelles H13

verzamelles H13
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

This lesson contains 24 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

verzamelles H13

Slide 1 - Slide

doel van de les


Hoofdpunten H13, hoe bereid ik mij voor op SE en CE?

    Slide 2 - Slide

    Extra ondersteuning nodig?
    Dinsdag 4e of 7e uur (op afspraak)

    ivm planning: mailen minimaal 1 dag van te voren!
    mailen wat je lastig vindt

    Slide 3 - Slide

    let op naast boek horen ook extra onderwerpen bij toetsstof (averechtse selectie bij verzekeringen, etc.)

    Slide 4 - Slide

    Hoofdstuk 13 (informatie asymmetrie)
    • Wat gebeurt er als koper en verkoper niet dezelfde informatie hebben?
    • Informatie-asymmetrie!
    • Verschil tussen symmetrische en asymmetrische informatie kennen.
    • Kosten van informatie (zoover, garantie, etc.)
    • Effecten van informatie-asymmetrie
    • 1:  averechtse selectie (betalingsbereidheid koper daalt, verkopers van goede producten vinden de marktprijs te laag, alleen verkopers van slechte producten verkopen, markt wordt kleiner). Voor de koper (als verkoper meer weet)
    • 2. Moral Hazard (gedrag verandert na afsluiten contract)

    Slide 5 - Slide

    lesstof
    1. symmetrische informatie
    • koper en verkoper weten evenveel
    2. asymmetrische informatie
    • verkoper weet meer: betalingsbereidheid daalt, minder transacties: oplossing?
    • koper weet meer (verzekeringen): verkoper wordt voorzichtig, rekent te hoge premie. Oplossing?
    3. kosten/prijs van informatie

    Slide 6 - Slide

    prijs van informatie
    • asymmetrische informatie maakt consumenten bang: is mijn aankoop wel OK? oplossing!?
    • Zekerheid bieden:
      1. Garantie
      2. ruilen
      3. keurmerk verkoper
      4. keuringsrapport
      5. Reviews (zoover, kieskeurig, youtube)
    Die zekerheden kosten geld= prijs van informatie

    Slide 7 - Slide

    rollen omkeren
    • focus lag op koper. nu: verkoper
    • Welke verkoper kan last hebben van asymmetrische informatie.
    • Klant weet meer!

    Slide 8 - Slide

    scooter-verzekeren
    verplichte verzekering: dekt schade die je bij andere veroorzaakt.

    All-risk dekt ook je eigen schade maar kost extra

    Waarom zou jij je all-risk verzekeren?

    Zou jij het ook doen als het € 720 pjr kost? ipv  € 180 WA?

    Slide 9 - Slide

    premie
    • Te hoge premie: voornamelijk mensen die veel risico nemen/lopen kopen de verzekering
    • Lage premie: veel mensen kopen de verzekering, maar zijn de premie-opbrengsten wel genoeg om de schade te dekken?
    • Wat moet je berekenen? Statistiek, bestudeer het marktgedrag
    • Ben je bang om verlies te leiden: hoge premie >> mensen met veel risico kopen alleen nog maar.
    • averechtse selectie (EXAMENBEGRIP)

    Slide 10 - Slide

    lesstof
    Betalingsbereidheid consument (wordt verlaagd als je risico loopt omdat je minder weet dan verkoper)

    Verkoopbereidheid aanbieder
    (wordt verlaagd als je risico loopt omdat je minder weet dan de klant/koper)


    Slide 11 - Slide

    averechtse selectie
    Hoe kun je averechtse selectie als verzekeraar proberen tegen te gaan?
    • historie
    • eigen risico,
    • postcode gebied,
    • leeftijd,
    • rijstijl meten

    Slide 12 - Slide

    moral hazard (noteren!)
    • gedraag je, je anders als je weet dat je goed verzekerd bent?
    • Voorbeeld: reisverzekering (minder goed op je spullen letten?)
    • moral hazard = je gedrag verandert doordat je verzekerd bent!
    • hoe ga je moral hazard tegen?
    • eigen risico, screening, bonus-systeem

    Slide 13 - Slide

    Zelf controle
    • Lees theorie H13, maar leer met gebruikmaking van voorbeelden uit praktijk!
    • Snap wat je aan het leren bent!
    • Iedere paragraaf uit studiehulp start met Kennen en Kunnen
    • Maak nog een keer 13.6; 13.7, 13.8, 13.14, 13.15
    • Let op! boek legt nadruk op de gewone markt (niet de verzekeringsmarkt, het eindexamen kiest vaker voor de verzekeringsmarkt)

    Slide 14 - Slide

    Aan de slag
    • Nu maken 13.17

    Slide 15 - Slide

    Slide 16 - Video

    Slide 17 - Video

    Hoofdstuk 14 (verzekeringen)
       Hoe wordt een verzekeringspremie bepaald
        Wat zijn onverzekerbare en verzekerbare risico's
        Wat is risicodraagvlak
    • Informatie-asymmetrie! Nu weet de koper meer dan de verkoper van de verzekering (Ali op de scooter). Effecten van informatie-asymmetrie
    • 1:  averechtse selectie (verkoper/verzekeraar kan risico verzekerde niet goed inschatten. Als ze een hoge premie vragen zullen voorzichtige mensen die niet veel schade maken -goede risico's- zich niet meer verzekeren. De verzekeraar houdt de slechte risico's over, Ali doet niet meer mee).
    • 2. Moral Hazard (gedrag verandert na afsluiten contract H13)


    Slide 18 - Slide

    Hoofdstuk 14 (verzekeringen)
    • Hoe ga je averechtse selectie bij verzekeringen tegen:
    • 1. eigen risico
    • 2. verplichte solidariteit (WA, Ziektekostenverzekering)
    • Sociale Zekerheid (bijzondere lasten vergoeden of inkomen geven)
    • Sociale Zekerheid = Sociale Verzekeringen + Sociale Voorzieningen
    • Sociale verzekeringen = Werknemersverzekeringen (WW, WIA, ZW) + Volksverzekeringen (AOW, ZVW, AWBZ, Nabestaanden wet, Kinderbijslag). Deze verzekeringen worden betaald uit premies
    • Sociale voorzieningen (WWB ofwel bijstand) = voor iedereen. Wordt betaald uit belastinginkomsten
    • Wajong? Soc voorz of soc verz?

    Slide 19 - Slide





    Slide 20 - Slide

    Hoofdstuk 15 (Risico en ondernemen)
    Neem de gemaakte opgaven als leidraad
    Verschil EV en VV  (15.1)
    EV = aandeel (BV, NV) en eigen geld (eenmanszaak, zzp' er)

    Onderpand maakt leningen minder risicovol. Je betaalt minder rente.
    Rente is vergoeding voor: inflatie + risico + dienst van het uitlenen

    15.2 (leiding van onderneming versus aandeelhouders: AHOLD)
    • p 28 en eerste paragraaf p 29
    • p 31 Besloten Vennootschap (EV, aansprakelijkheid, leiding)
    • p 32 Naamloze Vennootschap (aandeelhouders, leiding, belangenverstrengeling)

    Slide 21 - Slide

    Hoofdstuk 16 Beleggen
    Y = C + S + B
    Wat is het verschil tussen Sparen en Beleggen?
    Wat zijn effecten?

    Obligaties: wat zijn het? wat gebeurt er met waarde bestaande obligaties als rente verandert?
    Rendement op obligaties: rente EN koersverandering.
    Hoe werkt een obligatie (coupon betalingen)

    Aandelen: wat zijn het? Wat is rendement op een aandeel (dividend en koersverandering).
    Hoe wordt de waarde van een aandeel bepaald (vraag en aanbod, toekomst en verleden)
    Wat gebeurt er met de waarde van een aandeel als de rente daalt of stijgt?

    Slide 22 - Slide

    slot

    vragen?






    Slide 23 - Slide

    Slide 24 - Link