What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Zinsontleding
De persoonsvorm is altijd een werkwoord
A
Waar
B
Niet waar
1 / 19
next
Slide 1:
Quiz
Taal
Basisschool
Groep 7
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
De persoonsvorm is altijd een werkwoord
A
Waar
B
Niet waar
Slide 1 - Quiz
lesdoel
Ik kan zinnen met persoonsvorm, onderwerp, gezegde en lijdend voorwerp ontleden.
Slide 2 - Slide
Persoonsvorm vinden
Manier 1:
Vraagproef
Manier 2:
Getalproef -
Wanneer je de zin verandert van aantal, verandert de persoonsvorm mee.
Manier 3:
Tijdproef
Zet de zin in een andere tijd en de persoonsvorm verandert dan ook.
Mijn oma bakt koekjes.
Bakt
mijn oma koekjes
Mijn oma's
bakten
koekjes.
Mijn oma
bakte
koekjes.
Slide 3 - Slide
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:
Ik loop naar de stad
A
Ik
B
loop
C
naar
D
de stad
Slide 4 - Quiz
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:
Mijn nicht heeft een verrassingsreis geboekt
A
Mijn nicht
B
heeft
C
een verrassingsreis
D
geboekt
Slide 5 - Quiz
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:
Tom heeft de kartonnen doos hier neergezet
A
Tom
B
heeft
C
de kartonnen doos
D
neergezet
Slide 6 - Quiz
Het gezegde
Het gezegde bestaat uit alle werkwoorden in de zin, dus ook de persoonsvorm.
Ik
heb
lekker
gegeten
met mijn moeder.
Slide 7 - Slide
Wat is het gezegde in de volgende zin:
Tom heeft de kartonnen doos hier neergezet
Slide 8 - Open question
Wat is het gezegde in de volgende zin:
Mijn nicht heeft een verrassingsreis geboekt
Slide 9 - Open question
Wat is het gezegde in de volgende zin:
Ik loop naar de stad
Slide 10 - Open question
Het onderwerp
Het onderwerp kun je vinden door de volgende vraag te stellen:
Ik heb lekker gegeten met mijn moeder.
Antwoord op de vraag: Wie of wat + gezegde?
Let op: je zoekt dus eerst het gezegde!
Wie heeft gegeten?
ANTWOORD: Ik
Ik
is het onderwerp
.
Slide 11 - Slide
Wat is het onderwerp in de volgende zin:
Groep 8 heeft de eindtoets gemaakt
A
Groep 8
B
heeft
C
de eindtoets
D
gemaakt
Slide 12 - Quiz
Wat is het onderwerp in de volgende zin:
Van zijn zakgeld heeft Maarten een nieuwe telefoon gekocht
A
Van zijn zakgeld
B
heeft
C
Maarten
D
nieuwe telefoon
Slide 13 - Quiz
Wat is het onderwerp in de volgende zin?
In de zomer heeft mijn tante een zwembadje gekocht
A
In de zomer
B
heeft
C
mijn tante
D
een zwembadje
Slide 14 - Quiz
Lijdend voorwerp
Een lijdend voorwerp kan in een zin staan, maar dat hoeft niet.
Hoe vind ik een lijdend voorwerp?
Antwoord op de vraag: Wie/wat + gezegde + onderwerp?
Slide 15 - Slide
Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin:
In de zomer heeft mijn tante een zwembadje gekocht
A
In de zomer
B
heeft
C
mijn tante
D
een zwembadje
Slide 16 - Quiz
Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin:
Van zijn zakgeld heeft Maarten een nieuwe telefoon gekocht
A
Zijn zakgeld
B
Maarten
C
een nieuwe telefoon
D
gekocht
Slide 17 - Quiz
Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin:
Groep 8 heeft de eindtoets gemaakt
A
Groep 8
B
heeft
C
de eindtoets
D
gemaakt
Slide 18 - Quiz
timer
15:00
Slide 19 - Slide
More lessons like this
Zinsontleding
2 days ago
- Lesson with
19 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
SMS klas 5; het lijdend voorwerp thema 3.
March 2022
- Lesson with
49 slides
Taalles
Primary Education
Age 10,11
Zinsontleding persoonsvorm, gezegde, onderwerp, lijd vw, meew vw
November 2023
- Lesson with
17 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
TA7 4.1.2. zinsontleding mix 1
December 2022
- Lesson with
23 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
blok 4 H8 les 6
March 2022
- Lesson with
25 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Thema 6: hoofdvormen werkwoorden en meewerkend voorwerp.
May 2022
- Lesson with
44 slides
Taal
Primary Education
28. Thema 4, week 1, les 2, Zinsontleding
January 2023
- Lesson with
25 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Les 4: lijdend en meewerkend voorwerp
February 2024
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Secundair onderwijs