Afronding 1.1 en 1.2

Afronding 1.1 en 1.2
Ga zitten op plattegrond
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Afronding 1.1 en 1.2
Ga zitten op plattegrond

Slide 1 - Slide

Deze les
Opening
(spotprent)
Lesvragen maken
lesvragen bespreken
tijdlijn maken/begrippen schrijven
quizlet

Slide 2 - Slide

lesvragen
Neem de vragen over en schrijf het juiste antwoord erbij.
Ben je klaar ga je aan de slag met het leren van de begrippen (schrijven in je schrift)

timer
10:00

Slide 3 - Slide

Tijdlijn opdracht

Slide 4 - Slide

Tijdlijn/begrippen
Maak nu zelf een tijdlijn met kleur bij 1.1 en 1.2
minimaal verwerk je: stoommachine, koning Willem 1, tijdvak begin en einde, imperialisme, conferentie van Berlijn, slavernij. 

of

Schrijf de begrippen over in je schrift.
timer
8:00

Slide 5 - Slide

Paragraaf 1.1
Hoe ontstond de industrie?

Slide 6 - Slide

Hoe worden de werkzaamheden genoemd die mensen thuis deden voor een ondernemer?
A
Ambachten
B
Huisnijverheid
C
Spinnen
D
Weven

Slide 7 - Quiz

In welk tijdvak gingen mensen gebruik maken van een stoommachine?
A
burgers en stoommachines
B
moderne tijd
C
vroegmoderne tijd
D
tijd pruiken en revoluties

Slide 8 - Quiz

Wat is geen energiebron?
A
Wind
B
Water
C
Zon
D
Steenkool

Slide 9 - Quiz

Maak de juist combinaties.
Energie
Energiebron
ondernemer
Stoommachine

Slide 10 - Drag question

De Republiek (Nederland) had bijna geen industrie. Welke reden past er het beste bij?
A
De Republiek bleef in de 18de eeuw economisch voorop lopen.
B
De Republiek hoefde geen grondstoffen uit het buitenland te halen.
C
Het vervoeren van grondstoffen kostte veel geld.
D
In de Republiek in de 18de eeuw waren er veel stoomachines.

Slide 11 - Quiz

Hoe noem je een persoon die voor een baas werkt?
A
Een ondernemer.
B
Een werkgever.
C
Een ambachtsman.
D
Een werknemer.

Slide 12 - Quiz

Paragraaf 1.2
Westerse wereldrijken

Slide 13 - Slide

Zet volgende gegevens op de juiste plaats!
Oorzaken
Gevolg
Ondernemers zochten naar afzetgebieden
Europeanen vonden dat ze hun cultuur moesten overbrengen op volken in Azië en Afrika
Fabrieken hadden grondstoffen nodig
Het imperialisme zorgde voor grote wereld rijken.
Dankzij de industriële revolutie waren er goede wapens en stoomschepen

Slide 14 - Drag question

Welke landen veroverden gebieden in Azië
A
België, Italië, Spanje.
B
Duitsland, Italië, Japan.
C
Nederland, Japan, Frankrijk.
D
Nederland, Verenigd Koninkrijk, België

Slide 15 - Quiz

Waar of niet waar?
Europeanen trokken in Afrika soms grenzen door gebieden waar mensen woonden die bij hetzelfde volk hoorden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Welk gebied hoorde in de 19de eeuw niet bij het Koninkrijk der Nederlanden?
A
België
B
Indonesië
C
Suriname
D
Zuid-Afrika

Slide 17 - Quiz

Quizlet
H.1 

Overschrijven begrippen of inloggen in de quizlet

Slide 18 - Slide

Quizlet

Slide 19 - Slide