BERH: TH12 BS2 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

B2: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Th12: Voeding en vertering
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

B2: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Th12: Voeding en vertering

Slide 1 - Slide

Lesverloop


  1. Leerdoelen BS2 
  2. Leer met je Boek en deze LessonUp
  3. Kennis testen
  4. Aan de slag: maak alle opdrachten in boek.

Slide 2 - Slide



  • Voedingsstoffen
  • Eiwitten
  • Koolhydraten
  • Vetten
  • Water
  • Mineralen
  • Vitaminen


12.2.1 Je kunt de functies van voedingsstoffen en voedingsvezels in voedingsmiddelen noemen.

12.2.2 Je kunt zes groepen voedingsstoffen met hun functies en kenmerken noemen.



    Leerdoelen

    Waar gaat deze basisstof over?

    Slide 3 - Slide

    Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
    Voedingsmiddelen: alle producten die je eet of drinkt.

    Voedingsstoffen: bruikbare/ verteerbare stoffen in voedingsmiddelen die het lichaam kan opnemen:
    1. eiwitten
    2. koolhydraten
    3. vetten
    4. water
    5. mineralen
    6. vitaminen

    Slide 4 - Slide

    Voedingsstoffen - 
    4 functies
    • Bouwstoffen: nodig voor de vorming van cellen en weefsels.
    • Brandstoffen: Leveren energie voor beweging, het op peil houden van de lichaamstemperatuur, groei, ontwikkeling en herstel.
    • Reservestoffen: stoffen die zijn opgeslagen in het lichaam.
    • Beschermende stoffen: stoffen die ervoor zorgen dat je niet ziek wordt.

    Slide 5 - Slide

    Voedingsvezel
    Onbruikbare, niet-verteerbare bestanddelen van voedingsmiddelen.
     
    • Nodig voor stoelgang (belangrijk voor de darmpersistaltiek). 
    • Vezels zijn vrijwel altijd plantaardig.

    Slide 6 - Slide


    Functies voedingsstoffen 
    Eiwitten
    • Bouwstoffen en 
    • Brandstoffen

    Slide 7 - Slide


    Functies voedingsstoffen 
    Koolhydraten
    • Brandstof
    • Bouwstof
    • Reservestof

    B.v.: glucose, suikers, zetmeel. 
    Deel van de koolhydraten wordt omgezet in glycogeen (opslag in lever en spieren).

    Slide 8 - Slide


    Functies voedingsstoffen 
    Vetten
    • Brandstof
    • Bouwstof
    • Reservestof

    Onverzadigde vetten
    • Meestal plantaardig
    • Voornamelijk bouwstof
    • Veel gezondheidseffecten

    Verzadigde vetten
    • Meestal dierlijk
    • Voornamelijk brandstof
    • Kan vaat- en hartziekten veroorzaken

    Slide 9 - Slide

    Functies voedingsstoffen
    Water
    • Bouwstoffen
    • Belangrijk bij vervoer van stoffen in het lichaam
    • Water wordt niet opgeslagen.

    Slide 10 - Slide

    Functies voedingsstoffen
    Mineralen
    • Bouwstoffen en beschermende stof
    • vb: calcium (beenderen), ijzer (hemoglobine in het bloed)

    Slide 11 - Slide

    Functies voedingsstoffen
    Vitamines
    • Bouwstoffen en beschermende stoffen
    • Worden aangegeven met een letter (vit A, vit B, enz)

    Slide 12 - Slide

    Indicatoren
    Een stof waarmee andere stoffen aangetoond kunnen worden.


    Slide 13 - Slide

    Aan de slag! (leerwijzer)
    1. Lees de BS in je boek. 
    2. Bekijk beschikbare videos in Malmberg + Biologie met Joost
    3. Maak aantekeningen van wat je geleerd hebt. 
    4. Plaatjes tekenen (als het nodig is). Zo leer je goed.

    5. Maak alle opdrachten in je boek; extra opdrachten ook! 
    6. KIJK NA!
    7. Leg uit: leg aan iemand uit wat je hebt geleerd.
    8. Doe per paragraaf de Test Jezelf online.
    9. Ga naar Biologiepagina.nl om te oefenen.
    10. Noteer je vragen.

    Slide 14 - Slide