Klas 1, T6, paragraaf 4, vruchten en zaden, onderzoek zaden/vruchten

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo
• Leerjaar 1

Thema 6

Voortplanting bij 

planten en dieren

Startopdracht

Paragraaf 4

Wat gaan we doen?

We gaan verder met het bekijken en onderzoeken van de plant. 

Vandaag gaan we onderzoeken hoe de plant na de bevruchting uitgroeit tot zaden en vruchten.

Doelen

6.4.7 Je kunt de veranderingen in het vruchtbeginsel na bevruchting beschrijven.

De bevruchting

Vruchtbeginsel                       wordt vrucht

Zaadbeginsel (zit de eicel in)               worden de zaden,                                                     waaruit de nieuwe plant                                                         kan groeien.

De bevruchting

w

Zo wordt de bloesem van de appelboom dus een lekkere appel.

Uit elk zaadbeginsel waarvan de eicel is bevrucht, kan een zaad ontstaan. Er kunnen dus meerdere zaden ontstaan in een vruchtbeginsel.

Dus in één vrucht kunnen dus veel meer zaden zitten. 

De vrucht van een bonenplant heet: PEULVRUCHT

Veel verschillend vruchten

sommige vruchten bevatten veel VRUCHTVLEES

In ieder stuk fruit zitten zaadjes voor een nieuwe plant!

Veel verschillend vruchten

Veel verschillend vruchten

Van ieder zaad is de kern van de eicel in een zaadbeginsel versmolten met de kern van een stuifmeelkorrel.

Het begin van een nieuw plantje!

Wat zie je onder de microscoop

Onder de microscoop liggen een aantal doorsnede van planten zaden of pollen.

Kijk goed door de microscoop en maak hier een schematische tekening van. 

Volgende week

Huiswerk:

Maken paragraaf 4 en 5, zorg dat je alles goed hebt gelezen voordat je de opdrachten maakt!!! Zie magister.me