Les 28 - § 2.7 Grammatica

Het bepalen van de kernzin van een alinea
Welkom
timer
3:00
Ga rustig zitten
Pak je Leesboek, Ta!ent, je schrift en een pen.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Het bepalen van de kernzin van een alinea
Welkom
timer
3:00
Ga rustig zitten
Pak je Leesboek, Ta!ent, je schrift en een pen.

Slide 1 - Slide

timer
10:00
Lees en geniet in STILTE!

Slide 2 - Slide

Nieuwe boekje

Slide 3 - Slide

§ 2.7 Grammatica (p. 127)
Lesdoel:
Herhaling van woordsoorten uit leerjaar 1

Laat je boek nog dicht!

Slide 4 - Slide

Schrijf in je schrift:

  • Zoveel mogelijk woorden beginnend met e 
  • Noem om de beurt een opgeschreven woord
  • Als een andere leerling het woord ook heeft opgeschreven, zet je allebei een streep door het woord.
  • Alle woorden genoemd? Tel de niet doorgestreepte woorden 
  • Meeste woorden heeft gewonnen.
timer
2:00

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Welke woordsoort ontbreekt in de zin:

___ vogels vliegen in de lucht.
A
lidwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voorzetsel

Slide 7 - Quiz

Welke woordsoort ontbreekt in de zin:

De koeien _____ weer naar buiten.
A
lidwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voorzetsel

Slide 8 - Quiz

Welke woordsoort ontbreekt in de zin:

Janneke heeft een mooie ____ aan.
A
lidwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voorzetsel

Slide 9 - Quiz

Welke woordsoort ontbreekt in de zin:

Dat is een ____ doelpunt
A
lidwoord
B
werkwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
voorzetsel

Slide 10 - Quiz

Welke woordsoort ontbreekt in de zin:

Zij schoot hard ____ de paal.
A
lidwoord
B
werkwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
voorzetsel

Slide 11 - Quiz

Maken
Opdracht 3 + 4 (p. 127-128)
timer
3:00

Slide 12 - Slide

Wat is een werkwoord?
A
mooi
B
vind
C
steen
D
boek

Slide 13 - Quiz

Wat is een werkwoord?
A
houden
B
t-shirt
C
tafel
D
laptop

Slide 14 - Quiz

Wat is een voorzetsel?
A
een
B
mooi
C
in
D
uitgebreid

Slide 15 - Quiz

Wat zijn de voorzetsel?
A
tegen
B
hout
C
groen
D
door

Slide 16 - Quiz

Maken
Opdracht 6

Slide 17 - Slide