Herhalingsles 5.1 en 5.3

H5: Monniken en Ridders
5.1: Leenheren en leenmannen

1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H5: Monniken en Ridders
5.1: Leenheren en leenmannen

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • Herhaling Karel de Grote
  • Herhaling Feodalisme
  • Herhaling horigheid 
  • Herhaling hofstelsel

Slide 2 - Slide

Dit weet ik over:
Karel de Grote

Slide 3 - Mind map

Wat is een leenheer?

Slide 4 - Open question

Wat is een leenman?

Slide 5 - Open question

Wat moest een leenman doen voor de leenheer?

Slide 6 - Open question

Wat kreeg de leenman daarvoor terug?

Slide 7 - Open question

Hoe noemen we dit systeem?

Slide 8 - Open question

Leenman
Leenheer
Leen

Slide 9 - Drag question

Trouw zweren aan de koning
stuk grond om namens de koning te besturen
gebied besturen en rechtspreken
belasting betalen
controleren of de leenman zich aan de regels houdt
meevechten met eigen soldaten in het leger van de koning bij oorlog

Slide 10 - Drag question

Vervolg paragraaf 5.1

Slide 11 - Slide

Na de dood van Karel de Grote:
  • één zoon, Lodewijk de Vrome.
  • kleinzonen delen het rijk op in 3 delen.
  • leenmannen gaan hun gebied steeds meer als hun eigendom zien.
  • macht gaat over van vader op zoon (erfelijk) , geen eed van trouw meer.

Slide 12 - Slide

Vikingen
  • plundertochten
  • aanvallen van kerken en stadjes.
  • slappe koningen kunnen niet doen om dit te stoppen.

Slide 13 - Slide

Ridders:
  • zorgen voor orde en veiligheid
  • later konden alleen edelen ridder worden.
  • roofridders.

Slide 14 - Slide

Horigheid en hofstelsel

Slide 15 - Slide

Akkers van de landheer
Het hof
Pacht
Akkers van de horigen
Bescherming
Herendiensten

Slide 16 - Drag question

het hofstelsel

Slide 17 - Slide

Vervolg paragraaf 4.3
De standenmaatschappij in de Middeleeuwen

stand: een groep met een vaste sociale positie.

Slide 18 - Slide

Standen in de middeleeuwen:
  1. Eerste stand: de Geestelijken, de mensen die in dienst zijn van de kerk. (bidden)
  2. Tweede standEdelen: de koning, leenmannen en sommige ridders. Besturen, rechtspreken en verdedigen van het gebied. (vechten)
  3. Derde stand: de rest van de bevolking: vooral boeren, zij zorgen voor het voedsel. (werken)

Slide 19 - Slide

Ongelijkheid: 
De eerste en tweede stand hadden privileges: speciaal recht, voorrechten. ten opzichte van de derde stand. 

Ook hadden ze heerlijke rechten: recht van de heer in het gebied. 

Slide 20 - Slide

De eerste stand:

Slide 21 - Slide

De tweede stand:

Slide 22 - Slide

De derde stand:

Slide 23 - Slide

De geestelijken
De edelen
De boeren

Slide 24 - Drag question