This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Voorkennis ophalen 1. Schrijf hieronder het rijtje op van de Franse lidwoorden en geef aan welke je gebruikt voor mannelijk/vrouwelijk enkelvoud of meervoud. 2. Stel jezelf voor in het Frans. Geef je naam, je leeftijd en vertel waar je woont --> lukt het niet? gebruik phrases clés D(P.13TB) en phrases clés I (P.19TB)
Slide 3 - Open question
Planning et buts
Aan het eind van dit lesuur:
1. Kan je de lidwoorden toepassen
Slide 4 - Slide
Vocabulaire A
Slide 5 - Slide
Vocabulaire B
Slide 6 - Slide
Grammaire C
Slide 7 - Slide
Les Nombres
Slide 8 - Slide
Sleep de Franse lidwoorden naar de juiste Nederlandse vertaling.
een
de/ het
une
le
les
un
la
l'
Slide 9 - Drag question
Het lidwoord: hoe zat het ook alweer?
Sleep de juiste beschrijvingen naar de juiste lidwoorden
LA
LES
LE
L'
Mannelijke woorden
(ex. ... fromage)
Woorden met een stomme h/klinker
(ex ... huile)
Woorden in het meervoud
(ex. ... tomates)
vrouwelijkewoorden
(ex. ... carotte)
Slide 10 - Drag question
Mannelijk enkelvoud lidwoord
vrouwelijk enkelvoud lidwoord
meervoud lidwoord
klinker / h
des
une
un
les
l'
la
le
Slide 11 - Drag question
un, une of des? Sleep het juiste lidwoord
famille
élèves
ordinateur
chiens
armoire
des
une
un
une
des
Slide 12 - Drag question
Au travail
We nemen samen de lidwoorden en de opdrachten door. Daarna gaan jullie zelf aan de slag