What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
4e naamval (Voorzetsels & Persoonlijk vnw)
Deze les gaat over de vierde naamval
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2,3
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Deze les gaat over de vierde naamval
Slide 1 - Slide
Vertaal de voorzetsels naar het Nederlands.
Slide 2 - Slide
Vertaal: "durch"
Slide 3 - Open question
Vertaal: "für"
Slide 4 - Open question
Vertaal: "gegen"
Slide 5 - Open question
Vertaal: "ohne"
Slide 6 - Open question
Vertaal: "um"
Slide 7 - Open question
Vertaal: "bis"
Slide 8 - Open question
Vertaal: "entlang"
Slide 9 - Open question
Vul in de volgende opdrachten het persoonlijk voornaamwoord in de 1e of 4e naamval in.
Slide 10 - Slide
Warum spielt ihr ohne ............ ? (mij)
Slide 11 - Open question
Das hat ........ nie gesagt! (hij)
Slide 12 - Open question
Was haben sie gegen .......... ? (haar)
Slide 13 - Open question
Er hat für ........ nichts gekauft. (ons)
Slide 14 - Open question
Alles dreht sich immer um .......! (hem)
Slide 15 - Open question
Durch ......... habe ich die Wahrheid erfahren. (jullie)
Slide 16 - Open question
Warum hat....... das nicht gehört ? (zij)
Slide 17 - Open question
(het) ......... ist egal was er sagt.
Slide 18 - Open question
Das hat ........ nie gesagt! (hij)
Slide 19 - Open question
Nu volgen meerkeuzeopdrachten
Slide 20 - Slide
..... (ik) kann nicht ohne .... (jij)
A
ich, mich
B
ich, dich
C
es, ihn
Slide 21 - Quiz
Darf ich (zij) küssen?
A
er
B
sie
C
Sie
D
ihr
Slide 22 - Quiz
(wij) .... können ....(jullie) nicht hören.
A
wir, ihr
B
wir, sie
C
wir, euch
D
ihr, wir
Slide 23 - Quiz
(zij)..... brauchen (ik).....
A
Sie, sie
B
Sie, mich
C
Sie, ich
D
sie, ihr
Slide 24 - Quiz
.... (zij) hat .... (zij) gesehen.
A
Sie, Sie
B
sie, ihr
C
sie, sie
Slide 25 - Quiz
Gegen .... (zij) könnt ...... (jullie) nicht streiten.
A
Sie, ihr
B
sie, ihr
C
ihr, euch
D
ihr, ihr
Slide 26 - Quiz
Durch .... Wasser (o) kann .... (ik) nicht gehen
A
das, ich
B
den, dich
C
die, ich
D
den, ich
Slide 27 - Quiz
In hoeverre snap je de 4e naamval?
A
Ik snap het heel goed.
B
Ik moet dit nog goed leren.
C
Ik vind het moeilijk.
D
Ik ga dit niet begrijpen.
Slide 28 - Quiz
More lessons like this
voorzetsels 4e nv + pers. vnw oefenen
March 2024
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
voorzetsels 4e nv + pers. vnw oefenen
September 2022
- Lesson with
27 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
voorzetsels 4e naamval pers.vnw.
September 2022
- Lesson with
38 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Personalpronomen met voorzetsels 4e naamval
November 2024
- Lesson with
49 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
voorzetsels 4e naamval pers.vnw.
May 2024
- Lesson with
37 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
voorzetsels 4e naamval pers.vnw.
September 2022
- Lesson with
53 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
week 5 les 1e en 4e naamval voorzetsels
February 2023
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
les 2 voorzetsels 4e naamval
March 2024
- Lesson with
35 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2