LJ1 P3 WK1 - Spreken 1.1 + 1.2

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Nederlands

Periode 3

Week 4

Robin Duijsens

Hoe was jullie vakantie?

0100

Planning

• Spreken 1.1 - Voorbereiden en opbouw van een presentatie
• Spreken 1.2 - Aantrekkelijk presenteren
  
  
• Lesweek 5 + 6 = toets Presenteren
• 29/30 maart 2023 = toets Spellingsregels hoofdstuk 3

Hoe vind jij het om te presenteren?

😒🙁😐🙂😃

Wat vind jij het moeilijkst aan presenteren?

Voorbereiding

• Welk hoofddoel wil je bereiken?
  (bijvoorbeeld: informatie geven, overtuigen, adviseren)
  
• Wat weet je publiek wel en niet van het onderwerp?
• Verzamel informatie en denk na over de opbouw
  
• Op welke manier wil je je informatie presenteren?
  (bijvoorbeeld: PowerPoint/Prezi/Google Slides)

Opbouw van een presentatie

• Inleiding
• Middenstuk
• Slot

Inleiding

• Stel jezelf voor
  
• Introduceer je onderwerp of maak het publiek nieuwsgierig (anekdote, afbeelding, prikkelende zin)
  
• Leg uit wat je gaat vertellen en waarom
  
• Geef aan wanneer het publiek vragen kan stellen

Middenstuk

• Behandel verschillende deelonderwerpen in een logische volgorde
  
  
• Met signaalwoorden maak je verbanden duidelijk; gebruik bijvoorbeeld ‘ten eerste’ en ‘ten tweede’ als je een opsomming geeft.

Slot

• Geef bijvoorbeeld een korte samenvatting of conclusie
• Doe een opvallende uitspraak of kom terug op iets uit je inleiding
  
• Bedank het publiek

Inhoud

• Stem de inhoud af op je doel en publiek
  
• Gebruik de juiste woorden (wel of geen vaktaal)
  
• Gebruik de juiste toon (formeel, officieel, zakelijk, enthousiast)
  
• Gebruik de juiste aanspreekvorm (je/jullie/u)
  
• Zorg voor een prikkelende opening (vraag, stelling, anekdote)
  
• Geef pakkende voorbeelden
  
• Zorg voor een goede afsluiting (tip, opvallende laatste opmerking)

Non-verbale communicatie

• Let op je houding: rechtop, handen uit je zakken
  
• Maak contact met je publiek: kijk rond en kijk je publiek aan (ook online – kijk in de camera en niet op je scherm)
  
• Spreek duidelijk en rustig
  
• Zorg voor variatie in je intonatie
  
• Zorg dat je ontspannen voor de groep staat

Non-verbale communicatie

• Let op je houding: rechtop, handen uit je zakken
  
• Maak contact met je publiek: kijk rond en kijk je publiek aan (ook online – kijk in de camera en niet op je scherm)
  
• Spreek duidelijk en rustig
  
• Zorg voor variatie in je intonatie
  
• Zorg dat je ontspannen voor de groep staat

Vorm

• Filmpje, tabel, foto’s van voorwerpen laten zien
  
• Je publiek iets laten doen of iets voordoen

Tips bij gebruik presentatieprogramma:

• Niet voorlezen
• 6x6-regel: maximaal 6 woorden per regel, maximaal 6 bullet points)
• Duidelijk lettertype en juiste lettergrootte (maak gebruik van je ruimte)
• Gebruik alleen afbeeldingen die iets verduidelijken of toevoegen

Zet de onderdelen van een presentatie op de juiste volgorde.
Zet ze onder elkaar en nummer ze!

slot (samenvatting/conclusie) - titeldia - voorstellen - inleiding -
middenstuk (deelonderwerpen) - inhoudsopgave

Volgorde van presentatie

1. Titeldia (onderwerp, naam/namen, klas)
2. Inhoudsopgave
3. Middenstuk / deelonderwerpen (meerdere dia's mogelijk)
   
4. Slot (samenvatting/conclusie + publiek bedanken
   + mogelijkheid tot vragen stellen)

Toets = presentatie

• Individueel presenteren
• 8 + 15 maart (1B + 1C) - 9 + 15 maart (1A)
• Onderwerp = goed doel naar keuze (liefst MZ-gerelateerd) 
• Duur = maximaal 4 minuten
• Vanaf volgende week presentaties geven 

Willekeurig uitgekozen, dus iedereen heeft 9 maart presentatie klaar!

Aan de slag

Oordopjes nodig!

1. Log in via bundle.studers.nl bij je Nu Nederlands-licentie. 
2. Maak alle opdrachten bij Spreken 1.1
3. Maak opdracht 1 t/m 4 bij Spreken 1.2 
4. Bekijk de toetsopdracht in Teams 'Toets Spreken' (Klas > Nederlands > Bestanden) en begin met je presentatie.