3V - H4.1

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Lesdoel: voorkennis ophalen

Je kunt m/s omrekenen in km/h

Je kunt de zwaartekracht berekenen

Je kunt de formule s = v × t toepassen

Je kunt zeggen of een beweging eenparig, versneld of vertraagd is.

Sleep naar de juiste grootheid

Plaats / afstand

Snelheid

Tijd

s

x

v

t

seconde

uur

km/h

meter

m/s

De formule s = v × t

s: afstand in     m     of      km

v:  snelheid in    m/s   of   km/h

      t: tijd in       s      of     h

Maak opgave 1 en 2 van blz 8

De formule F_z = m × g

F_z:   Zwaartekracht in   N  (newton)

m:  massa      in   kg (kilo)

      g: valversnelling    in    N/kg  (9,81 N/kg)

Maak opgave 3 van blz 8

Leerdoel

Je kunt de versnelling bepalen mbv een (v,t)-diagram

Je kunt de afgelegde weg bepalen mbv een (v,t)-diagram

Bloodhound vs Formule 1

Aan de slag

Maak opgave 1, 2 en 3 van blz 16 + 17

Opgave 3a

Opgave 3b

Opgave 3c

Wie heeft

1. Wegrijdende fiets grootste snelheid
2. Springende sprinkhaan heeft de grootste snelheid
3. Auto op de snelweg heeft de grootste snelheid

Wie heeft

1. Wegrijdende fiets heeft de grootste versnelling
2. Springende sprinkhaan heeft de grootste versnelling
3. Auto op de snelweg heeft de grootste versnelling

De formule            

a:  versnelling in meter per seconde kwadraat (m/s²)

Δv = ve-vb:  verandering in snelheid in meter per seconde (m/s)

      Δt = ve-vb: verandering in tijd in seconde (s)

a=​Δt​​Δv​​

1. a = 0,30 m/s²
2. a = 0,60 m/s²
3. a= 1,7 m/s²
4. a = 3,3 m/s²

1. Links
2. Rechts

Afgelegde weg in een (v,t)-diagram

De afgelegde weg kun je met een (v,t)-diagram bepalen door de oppervlakte onder de lijn uit te rekenen. (oppervlaktemethode)

Aan de slag

Maak opgave 4 van blz 17

Opdracht 4

Maak opgave 8

a) en b) zijn uitlegvragen

Bij b):

- welke formule hoort bij gemiddelde snelheid?

- schrijf op wat je ziet

- waarom is dat belangrijk

- trek een conclusie

Leg uit waarom de grafiek na t = 0 eerst even horizontaal loopt.

Leg uit of de gemiddelde snelheid in deel B groter, of kleiner is dan de gemiddelde snelheid in deel C, of even groot.

Welke (v,t)-diagram hoort bij dit (x,t)-diagram?

1. 
2. 
3. 
4. 

Welke (v,t)-diagram hoort bij dit (x,t)-diagram?

1. 
2. 
3. 
4. 

Welke (v,t)-diagram hoort bij dit (x,t)-diagram?

1. 
2. 
3. 
4. 

Welke (v,t)-diagram hoort bij dit (x,t)-diagram?

1. 
2. 
3. 
4. 

Huiswerk

Lees 4.2 (blz 21 t/m 24) en maak opdracht 1 + 2 (blz 26)