What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
oefenen pw blok 4 (sp/gr/ot rvl)
oefenen PW blok 4
vmbo t/h, leerjaar 1
1 / 46
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
This lesson contains
46 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
oefenen PW blok 4
vmbo t/h, leerjaar 1
Slide 1 - Slide
BELANGRIJK
Zet je instellingen goed:
Instellingen, algemeen, toetsenbord, alle schuifjes op
GRIJS
Slide 2 - Slide
Je moet je fiets aan speciale beugels bevestigen.
lijdend voorwerp =
Slide 3 - Open question
De gemeente wil de nieuwe gymzaal op een andere plaats bouwen.
lijdend voorwerp =
Slide 4 - Open question
De gemeente vergoedde alle kosten aan de gedupeerden van deze stomme fout.
Meewerkend voorwerp =
Slide 5 - Open question
Na de voorleeswedstrijd haalt mijn vriendin mij op.
bijwoordelijke bepaling =
Slide 6 - Open question
Lees de zin hieronder. Is het eerste zinsdeel van de zin het lijdend voorwerp? Leg je antwoord uit.
'Gebarentaal wordt door doventolken vaak gebruikt'.
Slide 7 - Open question
1. De bloembollen pootte de tuinman ook in de grond.
2. Het nagerecht is de ober vergeten te brengen.
3. Zijn sleutelbos zit nog in mijn zak.
A
Van zin 1 is het eerste zinsdeel een lijdend voorwerp.
B
Van zin 1 en 2 is het eerste zinsdeel een lijdend voorwerp.
C
Van zin 1 en 3 is het eerste zinsdeel een lijdend voorwerp.
D
Van zin 1, 2 en 3 is het eerste zinsdeel een lijdend voorwerp.
Slide 8 - Quiz
Tijdens het toernooi vliegt de bal door de schop van Harrie over het hoge hek.
Heeft deze zin een lijdend voorwerp? Leg je antwoord uit.
Slide 9 - Open question
maak een samenstelling van de woorden
hart + kreet
Slide 10 - Open question
maak een samenstelling van de woorden
kip + hok
Slide 11 - Open question
maak een samenstelling van de woorden
muis + val
Slide 12 - Open question
maak een samenstelling van de woorden
tand + stoker
Slide 13 - Open question
maak een samenstelling van de woorden
rogge + brood
Slide 14 - Open question
maak een samenstelling van de woorden
controle + kamer
Slide 15 - Open question
Noteer het verkleinwoord van
gil
Slide 16 - Open question
Noteer het verkleinwoord van
kano
Slide 17 - Open question
Noteer het verkleinwoord van
pony
Slide 18 - Open question
Noteer het verkleinwoord van
foto
Slide 19 - Open question
Noteer het verkleinwoord van
opklaring
Slide 20 - Open question
Noteer het verkleinwoord van
epidemie
Slide 21 - Open question
Noteer het verkleinwoord van
deejay
Slide 22 - Open question
Noteer de betekenis van het onderstreepte woord.
Een verkeerde
aanname
kan gemakkelijk ruzie veroorzaken.
Slide 23 - Open question
Noteer de betekenis van het onderstreepte woord.
De professor was pas overtuigd nadat hij de
data
met eigen ogen had gezien.
Slide 24 - Open question
Noteer twee samenstellingen met het woord 'brief'.
Slide 25 - Open question
Maak met één van de woorden die je opgeschreven hebt uit de vorige slide, een zin waaruit de betekenis blijkt.
Slide 26 - Open question
Wat betekent het woord
impliciet?
Slide 27 - Open question
Wat betekent het woord
betreffen?
Slide 28 - Open question
Wat betekent het woord
functioneel?
Slide 29 - Open question
Wat betekent het woord
sjabloon?
Slide 30 - Open question
Wat betekent het woord
analyseren?
Slide 31 - Open question
Wat betekent het woord
principe?
Slide 32 - Open question
Wat betekent het woord
multinational?
Slide 33 - Open question
Wat betekent het woord
halsstarrig?
Slide 34 - Open question
Wat betekent het woord
acclimatiseren?
Slide 35 - Open question
Wat betekent het woord
samenzwering?
Slide 36 - Open question
Wat betekent het woord
sleutelpositie?
Slide 37 - Open question
Noteer het juiste verwijswoord wat op de puntjes hoort.
Mijn horloge, ... van een duur merk is, was binnen een half jaar kapot.
Slide 38 - Open question
Noteer het juiste verwijswoord wat op de puntjes hoort.
Die bezoekers ... op de muziek waren afgekomen, begonnen spontaan te dansen.
Slide 39 - Open question
Noteer het juiste verwijswoord wat op de puntjes hoort.
Mijn horloge, ... van een duur merk is, was binnen een half jaar kapot.
Slide 40 - Open question
Noteer het juiste verwijswoord wat op de puntjes hoort.
Richard vindt ... vader veel te streng.
Slide 41 - Open question
Noteer het juiste verwijswoord wat op de puntjes hoort.
Sommige mensen worden liever niet gewezen op de fouten die ... maken
Slide 42 - Open question
Noteer het juiste verwijswoord wat op de puntjes hoort.
Speel jij dat spel daar weleens? Of vind je ... hier leuker?
Slide 43 - Open question
Noteer het juiste verwijswoord wat op de puntjes hoort.
Mijn drankje, ... ik was vergeten, is inmiddels afgekoeld.
Slide 44 - Open question
welke onderdelen moet je nog beter leren?
A
spelling
B
grammatica
C
over taal
Slide 45 - Quiz
Bijna klaar...
Vergeet niet op de
X
te drukken en de toets
in te leveren.
Als je dat gedaan hebt mag je de spellingcontrole weer aanzetten:
instellingen > algemeen > toetsenbord > alle schuifjes weer op
groen
Slide 46 - Slide
More lessons like this
Heel hoofdstuk 4 - 2 TL
February 2022
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Taalverzorging h3+4
May 2023
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 2
Quiz taalverzorging 2c 1-3-23
February 2023
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2
Oefeningen woordsoorten + zinsleer
October 2024
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
12-1 Blok 4 herhaling
March 2020
- Lesson with
46 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2K
June 2021
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Oefentoets H4 klas 1
February 2023
- Lesson with
21 slides
Taalverzorging
November 2021
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2