Herhaling H3 1 - 11

Wat is een eenheid waarmee volume gemeten wordt?
A
kubieke centimeter (cm3)
B
milliliter (ml)
C
liter (l)
D
kubieke decimeter (dm3)
1 / 22
next
Slide 1: Quiz in interactive video
Nask / BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Wat is een eenheid waarmee volume gemeten wordt?
A
kubieke centimeter (cm3)
B
milliliter (ml)
C
liter (l)
D
kubieke decimeter (dm3)

Slide 1 - Quiz

Vandaag
Herhalen 
§ 1 t/m 11

Slide 2 - Slide

Waar of niet waar?
Waterdamp = vaste fase
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Welke fase is ijs?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 4 - Quiz

Hoe noemen we de faseovergang van vast naar vloeibaar?
A
Verdampen
B
Condenseren
C
Smelten
D
Stollen

Slide 5 - Quiz

Hoe noemen we de faseovergang van gas naar vloeibaar?
A
Verdampen
B
Condenseren
C
Smelten
D
Stollen

Slide 6 - Quiz

Stoffen bestaan dus uit moleculen. 
Hieronder staan drie afbeeldingen. 
Koppel de juiste afbeelding aan de juiste fase. 
Vaste fase
Vloeibare fase
Gasvormige fase

Slide 7 - Drag question

Stof A heeft een smeltpunt van 35 graden en een kookpunt van 80 graden.
In welke fase zit deze stof bij een temperatuur van 20 graden Celsius?
A
Gas
B
Vloeibaar
C
Vast

Slide 8 - Quiz

Wat is geen eenheid van temperatuur?
A
Graden Celcius
B
Kelvin
C
Fahrenheit
D
Thermo

Slide 9 - Quiz

Wat is het absolute nulpunt?
A
-10 Kelvin
B
-273 Kelvin
C
273 Kelvin
D
0 Kelvin

Slide 10 - Quiz

-273°C is 0 Kelvin
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Welke temperatuur geeft de thermometer aan?
A
38,8 graden
B
37 graden
C
41 grade
D
39,2 graden

Slide 12 - Quiz

Wat is het meetbereik van de thermometer?
A
0 tot 50 graden Celsius
B
100 graden Celsius
C
- 50 tot + 50 graden Celsius

Slide 13 - Quiz

Wat is geen regel van het molecuul model?
A
Moleculen trekken elkaar aan
B
Moleculen bewegen
C
Tussen moleculen zit geen lucht
D
Moleculen bewegen langzamer bij een hoge temperatuur

Slide 14 - Quiz

Waar of niet waar?
Moleculen bewegen in waterdamp sneller dan in ijs?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Wat betekend dichtheid?

Slide 16 - Open question

Als de dichtheid van een blokje groter is dan het glas water zal het blokje..
A
Zinken
B
Zweven
C
Drijven

Slide 17 - Quiz

Een helium ballon stijgt op. Is de dichtheid van helium groter, kleiner of even groot als de lucht.
A
Groter
B
Kleiner
C
Even groot

Slide 18 - Quiz

Hoe kan ik het volume van een blok hout berekenen?

Slide 19 - Open question

Wat is een eenheid waarmee volume gemeten wordt?
A
kubieke centimeter (cm3)
B
milliliter (ml)
C
liter (l)
D
kubieke decimeter (dm3)

Slide 20 - Quiz

Wat is een eenheid waarmee volume gemeten wordt?
A
kubieke centimeter (cm3)
B
milliliter (ml)
C
liter (l)
D
kubieke decimeter (dm3)

Slide 21 - Quiz

Wat is het volume van deze steen?
A
9 ml
B
9cm2
C
24 cm3
D
24mm3

Slide 22 - Quiz