Oefentoets Unit 2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Oefentoets Unit 2

Aan het eind van de les weet je wat je nog leren/oefenen moet voor de toets van volgende week.

Vertaal de dikgedrukte woorden. Gebruik:
glinsteren - jasje - korte broek - middag - stad - vaak - vervaagd
Is your JACKET new?

Vertaal de dikgedrukte woorden. Gebruik:
glinsteren - jasje - korte broek - middag - stad - vaak - vervaagd
Let’s go to the CITY next weekend.

Vul de juiste Engelse woorden in. Gebruik:
colour - dress - orange - start - thirteenth - time

Red is a popular ____ for lipstick.

Vul de juiste Engelse woorden in. Gebruik:
colour - dress - orange - start - thirteenth - time

The ____ is 4 p.m.

Lidwoorden: a / an
Kies het juiste lidwoord.
(a / an) diary

1. a
2. an

Lidwoorden: a / an
Kies het juiste lidwoord.
(a / an) apple

1. a
2. an

Hebben: to have got
Kies de juiste woorden.
.... my English book?

1. Have you got
2. Has you got

Hebben: to have got
Kies de juiste woorden.
Grandma a computer.

1. haven’t got
2. hasn’t got

Persoonlijke voornaamwoorden
Vul het juiste persoonlijke voornaamwoord in. Kies uit:
her - him - me - them - you
Hey, there’s Harriette! I want to ask ____ something.

Persoonlijke voornaamwoorden
Vul het juiste persoonlijke voornaamwoord in. Kies uit:
her - him - me - them - you
Those dogs fight all the time! I don’t like ____.

play.blooket.com