Hfst 5 en 6 Regeling en zintuigen

HFST 5 & 6 
Regeling en zintuigen
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with text slides.

Items in this lesson

HFST 5 & 6 
Regeling en zintuigen

Slide 1 - Slide

SYLLABUS 2019
bi/k/11 
De kandidaat kan:
– de rol en de werking van het zenuwstelsel, zintuigstelsel en hormoonstelsel toelichten
– beschrijven welke relatie er is tussen gedrag en inwendige en uitwendig prikkels

Slide 2 - Slide

SYLLABUS 2019
1. Je kan toelichten dat gedrag bij dieren uit een reeks samenhangende handelingen bestaat, en kan aan de hand van concrete voorbeelden uitleggen dat gedrag afhankelijk is van 
inwendige en uitwendige prikkels.

Slide 3 - Slide

SYLLABUS 2019
1. Je kan toelichten dat gedrag bij dieren uit een reeks samenhangende handelingen bestaat, en kan aan de hand van concrete voorbeelden uitleggen dat gedrag afhankelijk is van 
inwendige en uitwendige prikkels.
Gedragsketen; dit gebeurt alleen naar aanleiding van in- of uitwendige prikkels.

Slide 4 - Slide

SYLLABUS 2019
2. Je kan delen van het zenuwstelsel noemen, in afbeeldingen aanwijzen, en functie(s) en werking beschrijven; soorten zenuwcellen benoemen en onderverdelen. 

Slide 5 - Slide

2.1 Bouw, ligging en functie van delen van het centraal zenuwstelsel.

Slide 6 - Slide

2.1 Bouw, ligging en functie van delen van het centraal zenuwstelsel. 
- grote hersenen: bewustzijn, zintuiglijke waarneming en bewuste beweging
- kleine hersenen: coördinatie van bewegingen
- hersenstam: verbinding tussen grote hersenen en ruggenmerg en een rol bij reflexen in hoofd- en halsgebied
- ruggenmerg: verbinding van organen met hersenen en een rol bij reflexen van romp en ledematen

Slide 7 - Slide

2.1 Bouw, ligging en functie van delen van het centraal zenuwstelsel.


- grote hersenen: bewustzijn, zintuiglijke waarneming en bewuste beweging
- kleine hersenen: coördinatie van bewegingen
- hersenstam: verbinding tussen grote hersenen en ruggenmerg en een rol bij reflexen in hoofd- en halsgebied
- ruggenmerg: verbinding van organen met hersenen en een rol bij reflexen van romp en ledematen

Slide 8 - Slide

2.2 Bouw van een zenuwcel met cellichaam en uitlopers
ligging en functies van typen zenuwcellen

Gevoelszenuw



Bewegingszenuw 

Slide 9 - Slide

2.2 Bouw van een zenuwcel met cellichaam en uitlopers
ligging en functies van typen zenuwcellen


Schakelcel

Slide 10 - Slide

2.3 Gevoelszenuw, bewegingszenuw, gemengde zenuw

Slide 11 - Slide

2.3 Gevoelszenuw, bewegingszenuw, gemengde zenuw
Gevoelszenuw; bevat alleen gevoelszenuwcellen 

Bewegingzenuw; bevat alleen bewegingszenuwcellen 

Gemendezenuw; bevat beide en gevoelszenuwcellen en bewegingszenuwcellen

Slide 12 - Slide

2.4 Reflex is een vaste, onbewuste reactie op een bepaalde prikkel

Slide 13 - Slide

2.4 Reflex is een vaste, onbewuste reactie op een bepaalde prikkel
Functies van een reflex: onbewust regelen van motoriek, snel reageren bij kans op onverwachte beschadiging van het lichaam

Terugtrekreflex; 
Strekreflex; Kniepeesreflex; 
Pupilreflex; 

Slide 14 - Slide

3. Ervaringen/waarnemingen van zintuig-practicumproeven in biologische termen weergeven

Slide 15 - Slide

4. Delen van de gehoororganen, van de ogen en van zintuigelementen
in huid, neus en tong in afbeeldingen aanwijzen en functie en werking ervan beschrijven

Slide 16 - Slide

4.1 Gehoororgaan
- Oorschelp
- Gehoorgang
- Trommelvlies
- Trommelholte
- Slakkenhuis met zintuigcellen
- Gehoorzenuw
- Evenwichtsorgaan 
- Gehoorbeentjes; hamer/aambeeld/stijgbeugel

Slide 17 - Slide

4.2 Ogen
- Wenkbrauw 
- Wimper 
- Traanklier
- Traanbuis
- Oogspier
- Harde oogvlies
- Hoornvlies
- Vaatvlies
- Iris; met kringspieren en lengtespieren
- Pupil
- Lens ; accomoderen
- Glasachtig lichaam
- Netvlies; met gele en blinde vlek
- Oogzenuw 
- Liging en functie van staafjes en kegeltjes 

Slide 18 - Slide

4.2 Ogen
- Wenkbrauw 
- Wimper 
- Traanklier
- Traanbuis
- Oogspier
- Harde oogvlies
- Hoornvlies
- Vaatvlies
- Iris; met kringspieren en lengtespieren
- Pupil
- Lens ; accomoderen
- Glasachtig lichaam
- Netvlies; met gele en blinde vlek
- Oogzenuw 
- Liging en functie van staafjes en kegeltjes 

Slide 19 - Slide

5. Uitleggen dat prikkels uit de omgeving door zintuigen omgezet worden in impulsen die
naar het centraal zenuwstelsel geleid worden, waardoor waarneming kan plaatsvinden


Drempelwaarde; De zwakste prikkel die een impuls veroorzaakt. Er ontstaat alleen een impuls als de prikkel sterk genoeg is.
Adequate prikkel; Elk type zintuigcel is gevoelig voor één bepaalde prikkel.
Gewenning; Als telkens dezelfde prikkel aanhoudt, worden er minder impulsen gemaakt. 
Motivatie; Als je bijvoorbeeld aandachtig luistert, hebben je zintuigcellen in je oren een lage drempelwaarde en hoor je dus meer. 

Slide 20 - Slide

6. Beschrijven dat bewust gedrag vanuit de hersenen gestuurd wordt. 
motorische zenuwcellen

Slide 21 - Slide

7. De samenstellende delen van de huid en het onderhuids bindweefsel noemen, in 
afbeeldingen aanwijzen en functie(s) beschrijven
kiemlaag 
vetlaag 

Slide 22 - Slide

8. Het principe van de werking van hormonen beschrijven
hormonen beïnvloeden groei, ontwikkeling en stofwisseling

Slide 23 - Slide

8. Het principe van de werking van hormonen beschrijven
hormonen beïnvloeden groei, ontwikkeling en stofwisseling

Stoffen die de werking van bepaalde organen bepalen 

Bijvoorbeeld; hormonen stimuleren de verbranding in cellen (stofwisseling)

Slide 24 - Slide

9. Hormoonklieren noemen, in afbeeldingen aanwijzen en functies en werking met de nodige
detaillering beschrijven, met name van

Slide 25 - Slide

9. Hormoonklieren noemen, in afbeeldingen aanwijzen en functies en werking met de nodige
detaillering beschrijven, met name van

Slide 26 - Slide

9. Hormoonklieren noemen, in afbeeldingen aanwijzen en functies en werking met de nodige
detaillering beschrijven, met name van
9.1 Hypofyse: productie van hormonen voor regeling groei, beïnvloeden van andere hormoonklieren 

Slide 27 - Slide

9. Hormoonklieren noemen, in afbeeldingen aanwijzen en functies en werking met de nodige
detaillering beschrijven, met name van
9.2 Schildklier: stimulering van verbranding in cellen

Wat gebeurt er dan?

Slide 28 - Slide

9. Hormoonklieren noemen, in afbeeldingen aanwijzen en functies en werking met de nodige
detaillering beschrijven, met name van
9.3  Eilandjes van Langerhans (in de alvleesklier): productie van de hormonen insuline en glucagon die het suikergehalte in het bloed regelen; diabetes

Slide 29 - Slide

9. Hormoonklieren noemen, in afbeeldingen aanwijzen en functies en werking met de nodige
detaillering beschrijven, met name van
9.4 Bijnieren: productie van het hormoon adrenaline dat de activiteit van spieren, de ademhaling en de bloedsomloop versnelt en het glucosegehalte van het bloed verhoogt

Slide 30 - Slide

9. Hormoonklieren noemen, in afbeeldingen aanwijzen en functies en werking met de nodige
detaillering beschrijven, met name van
  1. 5 Eierstokken en teelballen: productie van geslachtshormoon voor het ontstaan van secundaire geslachtskenmerken; productie van geslachtscellen

Slide 31 - Slide

9. Hormoonklieren noemen, in afbeeldingen aanwijzen en functies en werking met de nodige
detaillering beschrijven, met name van
9.5 Eierstokken en teelballen: productie van geslachtshormoon voor het ontstaan van
secundaire geslachtskenmerken; productie van geslachtscellen

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide