Erfelijkheid BS 1 t/m 3

Is het fenotype wel of niet het uiterlijk van een organisme
A
wel
B
niet
1 / 19
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Is het fenotype wel of niet het uiterlijk van een organisme
A
wel
B
niet

Slide 1 - Quiz

WAT IS HET GENOTYPE?
A
Het uiterlijk van een organisme
B
Erfelijke informatie op je chromosomen

Slide 2 - Quiz

Het genotype van iemand ontstaat
A
bij de geboorte
B
bij de bevruchting
C
tijdens het leven
D
in de eicel

Slide 3 - Quiz

het fenotype van iemand ontstaat
A
bij de geboorte
B
bij de bevruchting
C
tijdens het leven
D
bij de bevruchting en tijdens het leven

Slide 4 - Quiz

DNA is een stofje
A
in een cel
B
in een celkern
C
in een celkern die de erfelijkheid regelt
D
in een celkern die de voortplanting regelt

Slide 5 - Quiz

Welke stelling is juist?
A
Fenotype = genotype + milieu
B
Milieu = genotype + fenotype
C
Genotype = fenotype + milieu

Slide 6 - Quiz

He haar van deze baby is:
A
genotype
B
fenotype

Slide 7 - Quiz

Dit is een een-eiige tweeling.
Kunnen ze van een verschillend geslacht zijn?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Welke cellen hebben geen paren chromosomen maar enkele chromosomen in de celkern?
A
Geslachtscellen
B
Lichaamscellen

Slide 9 - Quiz

Welke stof zit er in chromosomen?
A
Lucht
B
DNA
C
Chromosomen vocht
D
Water

Slide 10 - Quiz

Hoeveel chromosomen hebben wij?
A
22
B
23
C
44
D
46

Slide 11 - Quiz

Hoeveel chromosomen komen voor in een geslachtscel van een mens?
A
23
B
46

Slide 12 - Quiz

In welke cellen liggen chromosomen enkelvoudig in de celkern?
A
geslachtscellen
B
Levercel

Slide 13 - Quiz

Heeft een mens 46 chromosomen in een levercel
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

komen de genen in een lichaamscel wel of niet enkelvoudig voor?
A
wel
B
niet

Slide 15 - Quiz

Bevat de zaadcel van de mens 46 chromosomen?
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quiz

Bevat de eicel van de mens 23 chromosomen
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quiz

Bevat een bevrucht eicel van de mens 23 chromosomen
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quiz

Kan een genenpaar voor een erfelijke eigenschap bestaat uit twee ongelijke genen
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quiz