Les 2 Werkwoordspelling PVT CCRKZB3V

Taalverzorging
Werkwoordspelling
Persoonsvorm in de verleden tijd
Les 2
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Taalverzorging
Werkwoordspelling
Persoonsvorm in de verleden tijd
Les 2

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 
Aan het einde van de les:
Weet je (weer) hoe je werkwoorden in de verleden tijd schrijft;
Kun je een werkwoord in de verleden tijd vervoegen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Sterke werkwoorden
Veranderen (sterk) van klank

Geven > gaf/gaven
Kijken > keek/keken
Lopen > liep/liepen

Slide 4 - Slide

Zwakke werkwoorden
Enkelvoud: ik-vorm + te of de
Meervoud: ik-vorm + ten + den

Slide 5 - Slide

Sterk werkwoord
Zwak werkwoord
Bederven
Persen
Snijden
Kneden
Schillen
Eten
Gieten
Hakken

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

't Kofschip

Slide 9 - Slide

Wat is juist?
A
Ik beantwoorde jouw e-mail te laat.
B
Ik beantwoordde jouw e-mail te laat.

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Hoe schrijf je het werkwoord in de vt?
'Ik ... (beven) enorm toen ik zag wat er gebeurd was.'

Slide 12 - Open question

Wat is juist?
A
Wij verbaasten ons er niet over.
B
Wij verbaasden ons er niet over.

Slide 13 - Quiz

Rashid ... een kist spruitjes bij de groenteboer.
Kies de juiste vorm van de persoonsvorm in de verleden tijd
A
bestelde
B
besteldde
C
bestelt
D
besteld

Slide 14 - Quiz

Is de persoonsvorm in deze zin goed gespeld?



Tijdens de optocht vorige week wuifde de koning netjes naar alle omstanders.
A
Ja, want de persoonsvorm staat in de tegenwoordige tijd.
B
Ja, want de persoonsvorm staat in de verleden tijd. De v zit niet in ’t kofschip dus +de.
C
Nee, want de persoonsvorm staat in de verleden tijd. De f zit in ’t kofschip dus moet het +te zijn: wuifte.
D
Nee, want de persoonsvorm moet in het enkelvoud tegenwoordige tijd staan. Dus ik-vorm +t: wuift.

Slide 15 - Quiz

Persoonsvorm
Tegenwoordige tijd
Persoonsvorm 
Verleden tijd
stam
hele werkwoord
stam + t
stam + te
stam + ten
stam + den
stam + de

Slide 16 - Drag question

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Persoonsvorm verleden tijd zwak
Persoonsvorm verleden tijd sterk
Maarten van der Weijden zwom met moeite de Elfstedentocht.
Vannacht pleegde een tiener een overval op de Spar.
Ik moet moeite doen om op te letten.

Slide 17 - Drag question

Aan de slag
Open je licentie Nu Nederlands.
Ga naar het onderdeel Taalverzorging, 2.2 Persoonsvorm in de verleden tijd.

Maak de volgende opdrachten:
  • Opdracht 1 t/m 4
  • Extra opdracht 1
  • Optioneel Extra opdracht 2



Slide 18 - Slide

Werkwoordspelling verleden tijd?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Slide 20 - Slide