2.8 Erfelijkheidsonderzoek

Thema 2 Voortplanting en seksualiteit
Neem je boek en laptop voor
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 2 Voortplanting en seksualiteit
Neem je boek en laptop voor

Slide 1 - Slide

Zet de plaatjes in de goede volgorde
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Fase 4
Fase 5
Fase 6

Slide 2 - Drag question


Tijdens welke fase verlaat de placenta het moederlichaam?
A
weeën
B
na de geboorte (nageboorte)
C
ontsluiting
D
uitdrijving

Slide 3 - Quiz

Hoe ligt een kind meestal vlak voor de geboorte?


A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 4 - Quiz

Tijdens welke fase van de geboorte treden krachtige persweeën op?
A
uitdrijving
B
ontsluiting
C
nageboorte

Slide 5 - Quiz



Welke fase van de geboorte
zie je op de afbeelding?
A
weeën
B
nageboorte
C
ontsluiting
D
uitdrijving

Slide 6 - Quiz

Thema 2 Voortplanting en seksualiteit
B1 Voortplantingsstelsel van een man
B2 Voortplantingsstelsel van een vrouw
B3 Veranderingen in de puberteit
B4 Bevruchting en zwangerschap
B5 Geboorte
B6 Veilig vrijen (Poster)
B7 Seksualiteit 
B8 Erfelijkheidsonderzoek


Slide 7 - Slide

Leerdoelen basisstof 8 Erfelijkheidsonderzoek


Je kunt situaties noemen waarin het verstandig is genetisch advies in te winnen.

Je kunt methoden van prenataal onderzoek beschrijven.

Slide 8 - Slide

Inleiding 
De meeste kinderen worden gezond geboren. Helaas zijn er ook kinderen met een aangeboren ziekte of aangeboren afwijking. Sommige daarvan zijn erfelijk.

Slide 9 - Slide

Genetisch advies
Erfelijkheidsonderzoeker onderzoekt de chromosomen van iemand. 

Wat kan hij daaraan zien?
Of het DNA informatie heeft voor een erfelijke ziekte.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Drager 
Sommige mensen zijn zelf niet ziek, maar kunnen wel een ziekte doorgeven. 

Hoe kan dit?
Chromosomen hebben de erfelijke informatie voor een ziekte.

Slide 12 - Slide

Genetisch advies 
Als iemand in de familie drager is, is het verstandig om genetisch advies in te winnen. 

Waarom?
Weten hoe groot de kans is dat je kinderen krijgt met de erfelijke ziekte of erfelijke afwijking. 
 
Ook als de vrouw al enkele keren een miskraam heeft gehad, is het verstandig genetisch advies in te winnen.

Slide 13 - Slide

Prenataal onderzoek
Bij embryo’s en foetussen kan ook erfelijkheidsonderzoek worden gedaan. Hiermee kun je al vóór de geboorte van een kind ziekten en/of afwijkingen vinden.
  • echoscopie
  • NIPT (niet-invasieve prenatale test)
  • vlokkentest
  • vruchtwaterpunctie

Slide 14 - Slide

Echoscopie 

Slide 15 - Slide

Echoscopie
Echoscopie

Slide 16 - Slide

NIPT test (vanaf 11 weken)
Bloedafname bij moeder
- Grootste deel van bloed bevat DNA moeder
- Klein deel DNA baby

Door bloedonderzoek wordt het DNA van de baby onderzocht op chromosoomafwijkingen.

Mogelijk vanaf de 11 week van de zwangerschap.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Vlokkentest (vanaf 8e week)

Er wordt weefsel uit de placenta gehaald.


De chromosomen van de cellen worden onderzocht.


VB taaislijmziekte

Slide 19 - Slide

Vruchtwaterpunctie (vanaf 16e week)

Er wordt vruchtwater met cellen van het kind uit de baarmoeder gehaald.

De chromosomen van deze cellen worden onderzocht.

Slide 20 - Slide

Vlokkentest en vruchtwaterpunctie
Kans op miskraam is in beide gevallen groter en wordt dus alleen gedaan als er een medische reden is:
  1. Uit de NIPT blijkt dat er een verhoogde kans is op een erfelijke ziekte
  2. Vrouw heeft enkele malen een miskraam gehad
  3. Erfelijke ziekte in familie

Slide 21 - Slide

Bij een vlokkentest wordt weefsel uit de placenta weggehaald.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz


Hier zie je
A
de vlokkentest
B
postnataal onderzoek
C
vruchtwater-punctie
D
NIPT-test

Slide 23 - Quiz

Erfelijkheidsonderzoek kan al voor de geboorte worden getest.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

In de afbeelding zie je
een vorm van
erfelijkheidsonderzoek.

Wat zie je?
A
een NIPT test
B
een vlokkentest
C
een vruchtwaterpunctie
D
Hier telt men bacteriën

Slide 25 - Quiz

Bij welk erfelijkheidsonderzoek kun je het erfelijk materiaal van het ongeboren kind NIET onderzoeken?
A
Echoscopie
B
Vruchtwaterpunctie
C
Vlokkentest
D
NIPT- test

Slide 26 - Quiz


Wanneer is iemand drager van een gen die een ziekte veroorzaakt?
timer
0:40
A
Als die persoon de ziekte heeft.
B
Als die persoon het gen voor de ziekte heeft, maar pas op latere leeftijd ziek wordt.
C
Als die persoon het gen voor de ziekte heeft, maar de ziekte niet tot uiting komt.

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Video

Oefenen
Voornemen blz. 134-136 (boek)
Maken opdr. 1 t/m 6 van 2.8 Erfelijkheidsonderzoek (laptop)
Opdr. 3 maak je in je boek

Eerste 5 minuten stil
Daarna mag je op fluisterniveau overleggen
Klaar met de opdrachten? Werk aan je samenvattingsopdracht
Niet af? Huiswerk voor volgende les


Slide 29 - Slide