H4wisA H4.2B Combinaties

4.3 Rijtjes en roosters  
Doel: 
  • weten wanneer je gebruik kunt maken van combinaties
  • weten wat het verschil is tussen een combinatie en een permutaties
  • je kunt het aantal mogelijkheden berekenen bij een rijtjes of rooster.

1 / 15
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

4.3 Rijtjes en roosters  
Doel: 
  • weten wanneer je gebruik kunt maken van combinaties
  • weten wat het verschil is tussen een combinatie en een permutaties
  • je kunt het aantal mogelijkheden berekenen bij een rijtjes of rooster.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Jullie krijgen zo meteen 5 vragen (opdracht 26)

je kunt kiezen bij de antwoorden 
A combinatie
B permutatie

het is de bedoeling dat je per vraag aangeeft of het om een combinatie gaat (volgorde is NIET van belang) of dat het om een permutatie gaat (volgorde is WEL van belang)

Slide 6 - Slide

Uit een klas van 30 leerlingen worden
er 6 gekozen om boodschappen te doen voor het schoolfeest.
A
combinatie: 30 nCr 6
B
permutatie: 30*29*28*27*26*25

Slide 7 - Quiz

In een klas van 30 leerlingen worden vijf bioscoopbonnen verloot.
A
combinatie: 30 nCr 5
B
permutatie: 30*29*28*27*26

Slide 8 - Quiz

Een vereniging met 500 leden kiest uit haar leden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester.
A
combinatie: 500 nCr 3
B
permutatie: 500*499*498

Slide 9 - Quiz

Uit een top 10 stel je een eigen top 3 samen.
A
combinatie: 10 nCr 3
B
permutatie: 10*9*8

Slide 10 - Quiz

Van 500 leerlingen komen er 300 naar het schoolfeest.
A
combinatie: 500 nCr 300
B
permutatie: 500*499*...*202*201

Slide 11 - Quiz

Bij kansvragen stel je altijd eerst de volgende vraag:

is de volgorde van belang

ja: permutatie of faculteit (als je alles gebruikt)

nee: combinatie

Daarna ga je de opgave pas uitrekenen. 
Denk daarbij aan de juiste schrijfwijze. 

Slide 12 - Slide

schrijfwijze 


permutatie: aantal = 'berekening' = 'antwoord' 
(GR:  10*9*8 of 10!)

Faculteit: aantal= 'getal'! = 'antwoord' 
( gr: kies OPTN - PROB - ! (F1) )

combinatie:   

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

huiswerk
Zie planner Week 5
Stel jezelf iedere keer de vraag of de volgorde
wel of niet van belang is.
Alleen met die beginvraag kun je dit soort vragen
correct oplossen.

SUCCES 

Slide 15 - Slide