Week 10 Nederlands 2 G

Nederlands 2 G week 10
1 / 46
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands 2 G week 10

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Nieuwe week & nieuwe taak

Slide 3 - Slide

Week 10  8 maart t/m 
12 maart 2021
Agenda
  • Deze week donderdag start periode 3
  • Datum proefwerk lezen volgt
  • Tijd om aan je opdracht te werken.
  • So grammatica: donderdag 18 maart 2021
  • Schrijfopdracht inleveren: vrijdag 12 maart 
  • Voorbereiden so grammatica  met Kahoot!

Slide 4 - Slide

Boekenlijst 2 G
  • Dit schooljaar 4 boeken
  • Niveau 3 (boek 3 en 4). 12 t/m 15 jaar. Lezenvoordelijst.nl
  • Wil je een ander boek lezen, overleg met je docent Nederlands.








Boek 2





Boek 3





Boek 4






Slide 5 - Slide

PTD rapportperiode 2 













Herhaling taalverzorging (spelling totaal)

45 min

(1x)

NEE

104

SO

Boekentoets (2 boeken)

45 min

VK

NEE


Nr.
Toets-vorm
Leerstof/  Leerdoel
Tijd
Weging
Her-
kans
201
PW
Lezen + woordenschat en theorie lezen
45 min
3
Nee
202
SO
Grammatica taalkundig en redekundig
45 min
1
Nee
104
SO
Schrijfopdracht
45 min
2
Nee

Slide 6 - Slide

PTD rapportperiode 3 













Herhaling taalverzorging (spelling totaal)

45 min

(1x)

NEE

104

SO

Boekentoets (2 boeken)

45 min

VK

NEE


Nr.
Toets-vorm
Leerstof/  Leerdoel
Tijd
Weging
Her-
kans
301
PW
Lezen + woordenschat en theorie lezen
90 min
3
Nee
302
SO
Spreekvaardigheid
10 min
1
Nee
303
SO
Boekentoets (2 boeken)
45 min
VK (1x)
Nee
304
PO
Zelfstandig werken
Wk 21 en wk 22
1X onder vak zelfstandig werken
Nee

Slide 7 - Slide

Stof toetsweek lezen en woordenschat
17. Functiewoorden: bladzijde 70
18. Verbindingswoorden: bladzijde 74
19. Verwijswoorden: bladzijde 78

Afronding: proefwerk (3 x)

Slide 8 - Slide

Planning hoofdstukken: grammatica
5. Taalkundig ontleden: bladzijde 22
6. Redekundig ontleden: bladzijde 26
20. Koppelwerkwoord & naamwoordelijk gezegde: bladzijde 82
21. Voornaamwoorden & telwoorden: bladzijde 86
35. Samengestelde zinnen & voegwoorden: bladzijde 142
36. Bijvoeglijke bepaling & bijstelling: bladzijde 146

Afronding: so (1x)

Slide 9 - Slide

Planning hoofdstukken: schrijven
9. Duidelijk taalgebruik: bladzijde 38
10. De lezer boeien: bladzijde 42
11. De lezer amuseren: bladzijde 46
24. Formeel & informeel taalgebruik: bladzijde  98
25. Lezer overtuigen: bladzijde  102
26. De lezer activeren: bladzijde  106
39. Spreektaal, schrijftaal & jargon: bladzijde 158
40. Vorm & opmaak: bladzijde 162
41. Publiek en medium: bladzijde 166

Afronding: schrijfopdracht: inleveren via de elo (2x)

Slide 10 - Slide

Maar eerst...
 even ontspannen met een goed boek!

Slide 11 - Slide

Leerdoelen 
Deze week:

  • leer je hoe je duidelijk schrijft op het niveau van zinsbouw en woordkeus.
  • Je leert hoe je in een betogende tekst de lezer overtuigt van jouw standpunt.

Slide 12 - Slide

Afgelopen weken: voorbereiden grammatica. Vandaag herhaling

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

De antwoorden van de weektaak staan aan het eind van deze les. 

Slide 15 - Slide

Uitleg theorie
Op de volgende dia's wordt de lesstof van deze week behandeld.

Slide 16 - Slide

Opdracht interview

Een tijd lang stond er elke dinsdag in de Volkskrant een rubriek waarin een kind in zijn slaapkamer werd gefotografeerd en geïnterviewd. Hieronder vind je drie voorbeelden van zo’n interview.

Zoals je in de voorbeelden kunt zien, worden er steeds twaalf tot vijftien vragen gesteld. De antwoorden van de kinderen zijn geschreven in de ik-vorm, waarbij ze zoveel mogelijk letterlijk geciteerd worden, soms ook met bijzondere zelfverzonnen woorden.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Opdracht interview
Het is de bedoeling dat je zelf een ‘portret van een kind in zijn slaapkamer’ gaat maken en daarbij zo precies mogelijk het voorbeeld volgt van de Volkskrant. Je mag niet iemand uit de klas interviewen. Volg de volgende stappen:

1. Bestudeer de voorbeelden. Onderstreep vragen en antwoorden die je leuk, interessant, grappig of opvallend vindt. Noteer vier vragen die continu terugkeren in de verschillende interviews en bedenk zelf ook nog vier vragen.
2. Maak een afspraak met een jongen/meisje van 7 – 12 jaar. Vanwege corona is het verstandig om met diegene te bellen of via TEAMS een afspraak te maken.

Slide 19 - Slide

Opdracht interview
3. Maak/krijg een foto van de kamer en eventueel de persoon die jij interviewt. Gebruik tijdens het interview de acht vragen die je bij stap 1 hebt opgeschreven. Bedenk wel dat je bij korte antwoorden moet doorvragen. Maak aantekeningen of neem het interview op met je telefoon.
4. Werk de acht vragen uit tot een ‘echt’ interview. De tekst bevat 400 woorden. Zorg dat jouw tekst eruitziet als een interview. Kijk nog een keer goed naar de voorbeelden.


o Tijd (1x)
o Opsomming (1x)
o Tegenstelling (1x)
o Reden (1x)

Slide 20 - Slide

Opdracht interview
5. In de tekst verwerk je de onderstaande onderdelen.
• Zorg voor een passende titel. (Kijk ook naar de titels in de voorbeelden.)
• Schrijf de antwoorden in de directe rede, dus in de ik-vorm.
• Gebruik zinsverbanden van tijd, opsomming, tegenstelling en reden in de tekst. Markeer deze tekstverbanden met een kleur.
o Tijd (1x)
o Opsomming (1x)
o Tegenstelling (1x)
o Reden (1x)


Slide 21 - Slide

Opdracht interview
Voor voorbeelden van interviews, zie het document in de elo bij de opdracht.


Slide 22 - Slide

Schrijven
Hoofdstuk 9, 25 en 26

Slide 23 - Slide

9 Schrijfvaardigheid

Slide 24 - Slide

9 Schrijfvaardigheid

Slide 25 - Slide

9 Schrijfvaardigheid

Slide 26 - Slide

9 Schrijfvaardigheid

Slide 27 - Slide

9 Schrijfvaardigheid
Tangconstructie, zie bladzijde 38.

Het gaat om een zin waarin woorden die bij elkaar horen, worden gescheiden door een lange uitleg.

Slide 28 - Slide

9 Schrijfvaardigheid

Slide 29 - Slide

25 Schrijfvaardigheid

Slide 30 - Slide

25 Schrijfvaardigheid

Slide 31 - Slide

25 Schrijfvaardigheid

Slide 32 - Slide

25 Schrijfvaardigheid

Slide 33 - Slide

26 Schrijfvaardigheid

Slide 34 - Slide

26 Schrijfvaardigheid

Slide 35 - Slide

26 Schrijfvaardigheid

Slide 36 - Slide

26 Schrijfvaardigheid

Slide 37 - Slide

26 Schrijfvaardigheid

Slide 38 - Slide

Evaluatie
  • Wat was het lesdoel en heb je voor jezelf het gevoel dat je lesdoel is behaald?
  • Weet  je hoe je duidelijk schrijft op het niveau van zinsbouw en woordkeus?

Slide 39 - Slide

Inleveren huiswerk

Slide 40 - Open question

Inleveren huiswerk

Slide 41 - Open question

Inleveren huiswerk

Slide 42 - Open question

Inleveren huiswerk

Slide 43 - Open question

Inleveren huiswerk

Slide 44 - Open question

Nakijken weektaak

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide