Vragen 6.1 woonplaats en werkplaats

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Vragen 6.1 

Woonplaats & werkplaats

Wat was géén reden voor terugkeren van de steden?

1. De bevolking nam toe
2. Het werd veiliger om te reizen
3. In het hofstelsel waren gebieden zelfvoorzienend
4. Er kwam meer specialisatie in ambachten

Sleep de blauwe dingen naar de juiste plekken zodat er een logisch schema ontstaat.

Boeren breidden de landbouwgrond uit.

Boeren verbeteren hun landbouwtechniek

Boeren verkochten voedsel op de een markt

De bevolking groeide

De landbouw bracht meer op

Noem een indirect gevolg van de groeiende landbouwproductie.

De hertog van Brabant schafte de tol af voor de bewoners van 's-Hertogenbosch.

1. Noem hiervan een direct gevolg.
2. Noem hiervan een indirect gevolg.

In welke gebieden in Europa ging de verstedelijking het snelst?

Gebruik de tekst 'de geldeconomie' en afbeelding 4.

Noem drie soorten mensen die je omstreeks 1500 op een markt van een stad kon tegenkomen.

Rechtsonder op afbeelding 4 zit een boerin met eieren. Leg uit hoe zij zorgde voor zowel vraag als aanbod op de markt.

Stel, een handelaar koopt een partij laken in 's-Hertogenbosch. Bedenk hoe hij hierop winst kan maken.

Gebruik de tekst 'De geldeconomie'

Leg uit waarom geldwisselaars belangrijk waren voor de handel.

Gebruik de tekst 'De geldeconomie'

Welke drie dingen deden banken met geld?

Gebruik de tekst 'De geldeconomie'

Bankiers waren vaak joods. Geef hiervoor een verklaring. Gebruik hierin het begrip rente.

Gebruik de tekst 'De geldeconomie'

Welk voordeel hadden wisselbrieven en giro?

Welke taken hadden de gilde's?