Ein-/kein-

Grammatik 
1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare school

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Grammatik 

Slide 1 - Slide

Was machen wir heute?

Slide 2 - Slide

Lernziele
  • Je kent de regels voor de uitgangen van ein- en kein-.
  • Je kunt de regels voor de uitgangen toepassen.

Slide 3 - Slide

Welke lidwoorden zijn er ook alweer in het Duits?

Slide 4 - Mind map

Wat is mannelijk?
A
Der
B
Die
C
Das

Slide 5 - Quiz

Wat is vrouwelijk?
A
Der
B
Die
C
Das

Slide 6 - Quiz

Wat is onzijdig?
A
Der
B
Die
C
Das

Slide 7 - Quiz

Wat is meervoud?
A
Der
B
Die
C
Das

Slide 8 - Quiz

Overzicht per geslacht:
Mannelijk:
- Mannelijke personen, beroepen en dieren,
- Dagen, dagdelen, maanden en jaargetijden,
- Windrichtingen,
- Automerken,
- Woorden eindigend op - ig, -ich, -ing, -ling, -ismus.

Slide 9 - Slide

Overzicht per geslacht:
Vrouwelijk:
- Vrouwelijke personen, beroepen en dieren,
- Veel woorden die eindigen op -e,
- Woorden eindigend op -heit, -keit, -ei, -ung, -ie, -ik, -ion, -ät, -is, -ur, -schaft.

Slide 10 - Slide

Overzicht per geslacht:
Onzijdig:
- Woorden die in het Nederlands ook vaak het krijgen,
- Letters,
- Verkleinwoorden eindigend op -chen en -lein,


Slide 11 - Slide

Wat denk je dat 'ein' en 'kein' betekent?

Slide 12 - Mind map

ein / kein 
een
ein-
geen
kein-

Slide 13 - Slide

  • der / das            =     ein
                                         kein

  • die / die (mv)   =     eine
        
                                   keine

Slide 14 - Slide

Filmpje Neue Kontakte

Slide 15 - Slide

Die-woorden krijgen wel een -e aan het einde.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Der/das-woorden krijgen geen -e aan het einde.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Üben!!
Basis: Aufgaben 18, 19, 20 und 21 auf Seiten 146-148
Kader: Aufgaben 17, 18, 19 und 20 auf Seiten 150-151

Slide 18 - Slide