10 a. Atomen zijn de deeltjes waaruit moleculen zijn opgebouwd.
b. Er zijn ruim honderd atoomsoorten.
c. Je kunt atomen op allerlei manieren rangschikken, zodat je miljoenen verschillende combinaties kunt maken.
11 Dat molecuul is opgebouwd uit één koolstofatoom (C) en één zuurstofatoom (O).