Hfdst 4.3 lezen

Hfdst 4.3 lezen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hfdst 4.3 lezen

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
-informatieve teksten herkennen;
• de hoofdgedachte van de tekst benoemen;
• de bedoeling van teksten of tekstgedeeltes benoemen;
• relaties tussen tekstdelen leggen;
• kritisch lezen.

Slide 2 - Slide

Hoofdgedachte
  • Het belangrijkste wat er over het onderwerp wordt gezegd is de hoofdgedachte.

  • Een hele zin, maar geen vraagzin!
  • Met andere woorden: de hoofdgedachte is het onderwerp + dat wat daarover verteld wordt.

Slide 3 - Slide

Signaalwoorden
Deze signaalwoorden:

Verband
Signaalwoorden
opsomming
ten eerste, ook, bovendien, verder
tegenstelling
maar, daarentegen, toch, echter, integendeel
voorbeeld
bijvoorbeeld, een voorbeeld (hier)van is, zo, zoals,

Slide 4 - Slide

 Signaalwoorden

Een tekst zonder signaalwoorden bestaat eigenlijk niet! 
Zelfs het simpelste woordje 'en' is een signaalwoord.

Ik pakte mijn fiets EN fietste naar school. --> Er wordt iets OPGESOMD!
En geeft dus een opsomming aan. 

Slide 5 - Slide

Kritisch lezen doe je zo:
- Bekijk de bron
- Achterhaal of auteur deskundig is
- Wat zijn meningen?
- Wat zijn feiten? -> Correct?
- Vergelijk info

Slide 6 - Slide

Hoofdgedachte 
Hoofdgedachte is vaak te vinden:

  • in de inleiding of het slot van de tekst

Vraag bij hoofdgedachte:
Wat is het belangrijkste wat er in de hele tekst over het onderwerp wordt gezegd?



Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Informatieve teksten kunnen in twee vormen weergegeven worden. Welke?

Slide 9 - Open question

Hoe kan een schrijver
informatie weergeven?

Slide 10 - Mind map

wat is een informatieve tekst?

Slide 11 - Open question

wat is een instructie?

Slide 12 - Open question

Waarom staat sommige informatie in een grafiek of tabel en niet in een tekst, denk je?

Slide 13 - Open question

Uitleg: informatieve teksten

Slide 14 - Slide

Tabellen en grafieken zie je vooral in teksten die...
A
informatie geven
B
instructie geven

Slide 15 - Quiz

Hoe noem je deze
grafiek?
A
lijndiagram
B
staafdiagram
C
cirkeldiagram

Slide 16 - Quiz

Hoe noem je
deze grafiek?
A
lijndiagram
B
staafdiagram
C
cirkeldiagram

Slide 17 - Quiz

Hoe noem je
deze grafiek?
A
lijndiagram
B
staafdiagram
C
cirkeldiagram

Slide 18 - Quiz

Hfdst 4.3 lezen
Pasragraaf 4.3 opdracht 2,4, 6, 8, 9, 10, 11 en 15.


Slide 19 - Slide