Ik ken woorden die met sociale media te maken hebben.
Ik ken woorden die met vriendschap te maken hebben.
Ik kan mijn beste vriend(in) omschrijven.
Ik kan het bijvoeglijk naamwoord gebruiken in het Frans.
Ik kan het werkwoord être gebruiken.
Ik kan het werkwoord avoir gebruiken.
Ik kan regelmatige werkwoorden op -er gebruiken.
Ik kan regelmatige werkwoorden op -re gebruiken.