Balans, resultatenrekening, liquiditeitsrekening

Inhoud
Balans 
Resultatenrekening
Liquiditeitsrekening
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Inhoud
Balans 
Resultatenrekening
Liquiditeitsrekening

Slide 1 - Slide

Balans
Overzicht van bezittingen, schulden en het eigen vermogen

Slide 2 - Slide

Met welke twee verschijnselen verandert de inventaris?

Slide 3 - Open question

Inventaris
+ investeringen
- afschrijvingen

Slide 4 - Slide

Liquide middelen begin
+ ontvangsten
- uitgaven
Liquide middelen eind

Geplaatst aandelenkapitaal begin
+ emissie nieuwe aandelen
+ stockdividend
Geplaatst aandelenkapitaal eind


Voorraad begin
+ inkopen
- inkoopwaarde van de omzet
Voorraad eind

Debiteuren begin
+ verkopen op rekening
- ontvangsten van debiteuren
Debiteuren eind


Slide 5 - Slide

Meer veranderingen
Agioreserve begin
+ (koers - nominale waarde) X aantal geplaatste aandelen
Agioreserve eind

Herwaarderingsreserve begin
+ opwaardering activa
- afwaardering activa
Herwaarderingsreserve eind

Slide 6 - Slide

Banklening begin
- aflossingen
+ bijlenen
Banklening eind

Crediteuren begin
+ inkopen op rekening
- betalingen aan crediteuren
Crediteuren eind


Slide 7 - Slide

Liquiditeitsrekening
Overzicht van ontvangsten en uitgaven

Liquide middelen neemt toe met het saldo van de liquiditeitsrekening

Slide 8 - Slide

Welke post komt NIET voor op de liquiditeitsrekening
A
Ontvangsten van debiteuren
B
Betalingen aan crediteuren
C
Afschrijvingskosten
D
Loonkosten

Slide 9 - Quiz

Liquiditeitsrekening wel:
Loonkosten
Energiekosten
Rentekosten
Aflossingen
Betaling aan crediteuren
Contante omzet
Ontvangsten van debiteuren
Liquiditeitsrekening niet:
Afschrijvingskosten
Inkoopwaarde van de omzet
(5 stoelen verkocht X € 20 = 
€ 100
Inkoopwaarde van de omzet = 5 X € 5 = € 25
IWO = geen ontvangsten, geen uitgaven, wel kosten, voorraad daalt)

Slide 10 - Slide

Resultatenrekening
Overzicht van omzet en kosten

Wordt ook wel genoemd:
Winst - en verliesrekening

Slide 11 - Slide

Resultatenrekening: relatie met de balans
Winst vergroot het eigen vermogen (verlies verkleint het eigen vermogen)
Dus: 
Omzet --> eigen vermogen +
Kosten --> eigen vermogen -

Slide 12 - Slide

Eigen vermogen verandert
Eigen vermogen begin
+ winst
+ privé storting 
- privé opname
Eigen vermogen eind

Slide 13 - Slide

Welke post komt NIET voor op de resultatenrekening
A
Omzet
B
Afschrijvingskosten
C
Rentekosten
D
Aflossingen

Slide 14 - Quiz

Resultatenrekening wel
Omzet
Inkoopwaarde van de omzet
alle kosten

Resultatenrekening niet
Aflossingen 
(€ 100 aflossing--> geld neemt af maar schuld ook)
Inkopen
(€ 200 inkopen --> geld neemt af maar voorraad neemt toe)

Slide 15 - Slide

Omzet 1e kwartaal: 63.000 + 76.000 + 71.000
Moment van levering!! (niet van ontvangst)

Slide 16 - Slide

Inkoopwaarde van omzet uitrekenen situatie 1
Omzet € 10.000. Brutowinstpercentage is 40 % van de omzet
Omzet          € 10.000        100 %                                  omzet 100 % dus!!!
Inkoopw.     € ........... -         60 % -
Brutowinst € ...............       40 % 

€ 10.000/ 100 % X 60 % = € 6.000

Slide 17 - Slide

Inkoopwaarde van omzet uitrekenen situatie 2
Omzet € 14.000. Brutowinstopslag is 40 % van de inkoopprijs
Omzet          € 14.000        140 %                        inkoopprijs 100 % dus!!!
Inkoopw.     € ........... -        100 % -
Brutowinst € ...............       40 % 

€ 14.000/ 140 % X 100 % = € 10.000

Slide 18 - Slide

De omzet is € 10.400. De brutowinstopslag is 30 % van de inkoopprijs. Bereken de IWO

Slide 19 - Open question

Uitwerking
Omzet                 € 10.400       130 %
Inkoopwaarde €               -     100 % -
Brutowinst        €                        30 %      € 10.400/ 130 X 100 = € 8.000
Of:
Inkoopwaarde          €                   100 %
Brutowinstopslag   €                +   30 % +
Verkoopprijs              € 10.400    130 %  € 10.400/130 X100 = € 8.000

Slide 20 - Slide

Maken opgave 1, 2 en 3

Slide 21 - Slide

Uitwerking opgave 1

Slide 22 - Slide

Uitwerking opgave 2
Totale omzet:
€ 63.000 + € 76.000 + € 71.000 = € 210.000
Brutowinstopslag is 50 % van de inkoopprijs --> 100 %
Omzet                    € 210.000     150 %
Inkoopwaarde    €                 -     100 % -
Brutowinst           €                      50 %
€ 210.000/ 150 X 100 = € 140.000


Slide 23 - Slide

Uitwerking opgave 3

Slide 24 - Slide

Maken
Opgave 4 en 5 

Slide 25 - Slide

Uitwerking opgave 4

Slide 26 - Slide

Uitwerking opgave 5

Slide 27 - Slide

Heb je veel van deze training geleerd?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll