4E: Writing & Grammar p. 26-29
Wat:
Exercise 27a: bekijk de zinnen in de afbeeldingen en markeer de letters na 'a' en 'an'.
Exercise 27b: vul het schema in.
Exercise 28: schrijf het juiste lidwoord ( a/an) op.
Exercise 29a: lees de tekst en omcirkel de correcte lidwoorden.
Exercise 29b: maak zinnen met de woorden en voeg lidwoorden (the/a/an) en werkwoorden toe als dat nodig is.
Exercise 30b: bekijk de afbeeldingen. Wat moeten mensen (niet) doen. Gebruik de gebiedende wijs.
Exercise 31a: lees de situaties. Wat moeten mensen (niet) doen. Gebruik de gebiedende wijs.
Exercise 31b: wat moeten jouw familieleden (niet) doen. Schrijf 4 dingen op in de gebiedende wijs.
Hoe: zelfstandig, fluisterend overleg met je buurman/buurvrouw.
Uitkomst: we gaan de antwoorden aan het einde van de les nakijken.
Klaar: 4G Reading: exercise 41-42-43-44 p. 34-37